“Ik wilde zó graag weer schilderen”
Ze dacht dat het een gewoon griepje was, maar er bleek meer aan de hand: een ‘vleesetende’ bacterie werd kunstenares Mientje Meussen (70) uit Grave bijna fataal. Gelukkig overleefde ze. Zij verwerkte haar ervaringen in een boekje. “Ik ben enorm blij en dankbaar dat ik er nog ben.”
Hoe begon het allemaal?
“In februari 2014 voelde ik me niet lekker. Ik had een stijve nek, spierpijn, was vermoeid, had wat diarree. ‘Ach, gewoon een griepje. Gaat wel over’, dacht ik. Maar toen ik na drie dagen ‘griep’ van de bank opstond, zakte ik ineens door mijn knieën. Ik was duizelig en kon niet meer helder nadenken. Het lukte me nog net om naar de telefoon te kruipen en de overbuurvrouw te bellen.”
En toen?
“De overbuurvrouw vond mij bewusteloos op de grond. Meteen belde ze de ambulance, die me naar de spoedeisende hulp van het Radboudumc bracht. De dienstdoende arts dacht meteen in de goede richting. Er werden scans gemaakt en zijn vermoeden bleek juist: ik had een ‘vleesetende’ bacterie, die afsterven van het weefsel veroorzaakte.”
Hoe kwam je daaraan? “Veel mensen dragen deze bacterie, een lid van de streptokokkenfamilie, even bij zich, bijvoorbeeld op de huid. Bij mij is de bacterie waarschijnlijk via een wondje in mijn bloedbaan terechtgekomen. Meestal ruimt het afweersysteem deze op, maar dat gebeurde niet. Mogelijk had ik ook een ‘gewone griep’ onder de leden, waardoor mijn weerstand minder goed was.”
Wat deed de bacterie?
“Vooral mijn huid aantasten. Uit de scans bleek dat de bacterie in mijn rug en hals zat. Die plekken zijn toen ‘schoongemaakt’; er werden stukken afgestorven weefsel verwijderd. Tegelijkertijd kreeg ik antibiotica toegediend. Toch ging het steeds slechter. Doordat mijn lichaam erg verzwakt was, haperden mijn hart, longen en nieren. Op een gegeven moment was de toestand kritiek. De kinderen en andere familieleden kwamen toen bij me waken.”
Toch werd je opnieuw geopereerd? “Ja. Nader onderzoek wees uit dat de bacterie ook in mijn armen zat. De chirurg heeft toen met mijn zoons overlegd of hij me nog eens zou opereren. De kans dat ik het niet zou overleven, was aanzienlijk. Maar als hij niets zou doen, zou ik ook sterven. Mijn zoons besloten om het risico te nemen. Gelukkig, want na de operatie bleek de bacterie uit mijn lijf.”
Hoe was deze tijd voor jou?
“Ik herinner me er niet zoveel van. Vaag weet ik nog dat ik hartstochtelijk ‘Ja!’ zei toen de chirurg vroeg of ik nog verder wilde leven als hij lichaamsdelen moest amputeren. Verder zijn de eerste dagen aan mij voorbijgegaan. Op een gegeven moment werd ik wakker op de IC met een buis in mijn keel en mijn armen in het verband. Een van mijn zoons vertelde wat er gebeurd was. Ik was opgelucht dat mijn armen niet geamputeerd waren, maar maakte me wel zorgen of ik mijn handen nog goed zou kunnen gebruiken. Schilderen en tekenen zijn namelijk mijn lust en mijn leven. Ik heb een opleiding gehad tot tekenlerares en verdiende mijn brood met het maken van onder meer muurschilderingen, olieverfschilderijen, illustraties.”