Onhandige motoriek (DCD)

Rustig op een stoel zitten. Uit je woorden komen. Veters strikken. Een bal gooien. Gewone handelingen. Maar als je DCD (Developmental Coordination Disorder, oftewel onhandige motoriek zonder dat dit door een ziekte komt) hebt, zijn deze 'gewone dingen' moeilijk. In de Sint Maartenskliniek onderzoeken we of uw kind DCD heeft en kijken we samen welke behandeling tot de beste resultaten bieden.

Kinderen met DCD hebben meer tijd nodig om te leren hoe ze hun lichaam moeten gebruiken. Ze vinden het moeilijk om hun bewegingen goed op elkaar af te stemmen en hun bewegingen kunnen er onhandig uitzien. DCD wordt niet veroorzaakt door medische problemen. Kinderen met DCD hebben meestal een normale intelligentie.

Handelingen zonder nadenken doen is niet vanzelfsprekend

Bij DCD werkt het zenuwstelsel niet optimaal. De hersenen sturen de spieren niet goed aan, waardoor het moeilijk is:

  • te plannen en te programmeren;
  • spieren te coördineren en controleren;
  • handelingen aan te leren en uit te voeren.

Bij het opgroeien leer je door oefening en bepaalde handelingen te doen. Je herinnert je deze handelingen en kan ze daarna zonder nadenken doen. Bij kinderen met DCD gaat dit automatisch aanleren niet vanzelf. Zij hebben meer moeite om handelingen goed uit te voeren. Vaak gaat het beter bij eenvoudige acties dan bij moeilijke taken die ze moeten uitvoeren als bijvoorbeeld iemand een opdracht geeft. Dit kan problemen geven in verschillende situaties, zoals op school. Kinderen met DCD hebben vaak meer tijd nodig om opdrachtjes uit te voeren en kunnen moeite hebben om zich te concentreren en te begrijpen wat er om hen heen gebeurt.

Bij wie komt het voor

DCD is een aandoening die voorkomt bij 5 tot 7% van de basisschoolleerlingen. Het komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Als je al ADHD hebt, is de kans groter dat je ook last hebt van DCD. Ongeveer de helft van de kinderen met ADHD heeft ook DCD. Ook komt DCD vaker voor bij kinderen met leerproblemen zoals dyslexie en PDD-NOS.

Verloop van DCD

Soms is het moeilijk om te zien dat een kind DCD heeft als het nog jong is. Het is dus belangrijk om goed te kijken naar hoe jouw kind beweegt en functioneert. DCD gaat niet vanzelf over, maar sommige problemen kunnen wel minder worden als het kind ouder wordt. Dit kan komen doordat het kind een andere manier heeft gevonden om een handeling uit te voeren of omdat de handeling niet meer nodig is.

Mogelijke klachten

Wat is motorisch functioneren

Met motorisch functioneren bedoelen we de manier waarop jij jouw lichaam beweegt. Bijvoorbeeld de vaardigheden om te lopen, te rennen, te springen, te gooien, te schrijven en andere lichamelijke activiteiten die een iemand kan doen. Dit kan anders zijn dan bij andere kinderen van jouw leeftijd. 

Hieronder staan meerdere voorbeelden beschreven van problemen met motorisch functioneren.

  • Moeite met het uitvoeren van bewegingen, het tempo, de planning en het registreren van de stand en beweging van gewrichten en de spanning over spierpezen, en vermoeidheid met betrekking tot motorische vaardigheden.
  • Het is moeilijk voor hen om langdurig rechtop te zitten.
  • Ze hebben vaak bewegingsonrust en friemelen veel met hun handen.
  • Ze hebben moeite met het uitvoeren van fijnmotorische vaardigheden, zoals bijvoorbeeld het knippen in papier en schrijven.
  • Hun bewegingen kunnen houterig zijn.
  • Het is moeilijk voor hen om hun evenwicht te bewaren.
  • Hun handschrift is slordig of onduidelijk.

Wat is cognitief functioneren

Met 'cognitief functioneren' wordt bedoeld hoe goed iemand nadenkt, begrijpt, onthoudt en informatie verwerkt. Het heeft te maken met hoe goed jij kan  leren, redeneren, beslissingen nemen, problemen op kan lossen, aandacht en concentratie te houden, te plannen en te organiseren. Het cognitief functioneren speelt een belangrijke rol bij het oplossen van dagelijkse problemen, het begrijpen van informatie, het leren van nieuwe dingen en het succesvol uitvoeren van taken. Dit kan anders zijn dan bij andere kinderen van jouw leeftijd. 

Hieronder staan meerdere voorbeelden beschreven van problemen met cognitief functioneren.

  • Moeite met plannen, programmeren en of coördineren en controleren van leeractiviteiten en het zien van structuren.
  • Trager tempo van denken en handelen (door vertraagde informatieverwerking).
  • Problemen met het uitvoeren van twee dingen tegelijk
  • Vermoeidheid en afname van aandacht en concentratie, omdat de handelingen extra energie vragen.
  • Snel overprikkeld.

Wat is sociaal-emotioneel functioneren

Met 'sociaal-emotioneel functioneren' bedoelen we hoe goed iemand in staat is om met andere mensen om te gaan en hoe iemand zich voelt en gedraagt ​​in sociale situaties. Bijvoorbeeld de mogelijkheid om emoties te begrijpen en te beheersen, vriendschappen te sluiten, samen te werken met anderen, respectvol te praten en problemen of conflicten op te lossen. Het heeft te maken met hoe iemand zich voelt en zichzelf uitdrukt, zoals zelfvertrouwen, zelfbewustzijn en veerkracht. Vaak worden deze problemen niet begrepen. Vanaf een jaar of negen begrijpt een kind zichzelf vaak niet.

Hieronder staan meerdere voorbeelden beschreven van problemen met cognitief functioneren.

  • Opvallend gedrag: het kind trekt zich terug of gedraagt zich juist extravert en wordt bijvoorbeeld extra druk
  • Zelfstandigheid groeit minder snel, omdat uw kind meer hulp nodig heeft dan hem/haar lief is
  • Laag zelfbeeld
  • Faalangst

De diagnose voor de behandeling

SMK Icon Doorverwijzing Kids
1.

Doorverwijzing

SMK Icon Vraaggesprek Kids
2.

Vraaggesprek en lichamelijk onderzoek

SMK Icon Revalidatieplan Kids
3.

Revalidatieplan

Behandeling die mogelijk is

Het kan zijn dat jij hulp nodig hebt met het leren bewegen. Het soort hulp dat jij nodig hebt hangt af van wat het probleem is en hoe oud jij bent. Een fysiotherapeut of ergotherapeut kan helpen met oefeningen en soms is er meer hulp nodig en kan een revalidatiebehandeling helpen. 

Het is belangrijk dat je leert hoe je problemen kunt oplossen en hier de tijd voor krijgt. Je krijgt goede begeleiding bij het omgaan met andere en jouw emoties. Dit doen we niet door alleen maar naar de problemen te kijken, maar vooral door te kijken naar oplossingen. 

ZOOM-IN: (Zorg en Onderwijs op Maat-Integraal)

Soms kan het nodig zijn om informatie over jouw DCD door te geven aan jouw school, zodat de juffen en meesters begrijpen waarom je sommige dingen moeilijker vindt dan andere kinderen. Als dit nodig is, kan iemand die daarmee kan helpen, de ambulant begeleider van onze partner Passend Onderwijs, de gegevens naar de school doorgeven. Dit gebeurt alleen als jouw school daarom vraagt.

Meer informatie?

Op www.kinderneurologie.eu vindt u meer informatie over DCD.

Behandelingen

Werken aan jouw leerdoelen tijdens de Vlog4Succes week!