Slijtage achtervoet
Bij artrose in de achtervoet slijt het kraakbeen tussen 4 botdelen in uw achtervoet. U krijgt langzaam steeds meer problemen met bijvoorbeeld (trap)lopen, afwikkelen van de voet of langdurig staan. Uiteindelijk kunt u geen gewone schoenen meer dragen. Artrose wordt langzaam steeds erger en gaat niet over. Neem daarom bij klachten contact op met onze orthopeden, zodat zij in overleg met u de juiste behandeling kunnen starten.
De achtervoet
De achtervoet bestaat uit 4 botdelen: het hielbeen (calcaneus), het sprongbeen (talus), het scheepsbeen (naviculare) en het veelhoekige been (cuboid). De uiteinden van die botten zijn bedekt met een laagje kraakbeen. Dit kraakbeen zorgt ervoor dat de achtervoet soepel beweegt. De positie van de 4 botdelen ten opzichte van elkaar bepaalt de stand van de achtervoet. Die stand bepaalt op zijn beurt grotendeels hoe u de voet kunt gebruiken.
Klachten artrose achtervoet
Bij artrose in uw achtervoet slijt het kraakbeen tussen de 4 botdelen en wordt ook het onderliggende bot aangetast. Uiteindelijk kan het gewrichtskraakbeen zelfs helemaal verdwijnen. De botuiteinden komen dan tegen elkaar. Dit veroorzaakt stijfheid en een stekende pijn in uw achtervoet. Soms ziet u ook een zwelling of voelt u extra botaangroei. (Trap)lopen, de voet afwikkelen en lang staan worden een probleem. Daarnaast kennen we klachten als opstartpijn in de ochtend en nachtpijn. Uiteindelijk kan de pijn zo erg zijn, dat u geen gewone schoenen meer kunt dragen. Er is onderzoek nodig om te bepalen in welke fase de artrose in de enkel zich bevindt en wat de beste behandeling voor u is.
De oorzaak
Deze vorm van artrose ontstaat op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door een ongeluk, het bereiken van een oudere leeftijd of een reumatische aandoening. Een standsafwijking van de voet (zoals een holvoet of platvoet) kan er voor zorgen dat delen van de voet verkeerd worden belast. Ook dit zorgt voor slijtage in de achtervoet. Soms is de oorzaak van artrose niet te achterhalen.