Slijtage hand- en vingergewrichten
Bij artrose in de PIP-, DIP- en MCP-gewrichten is het kraakbeen in de vingers en knokkels aangetast. Hoe erger de slijtage, hoe meer pijn u heeft. Ook is het dan lastiger voor u om de vingers te bewegen of er iets mee pakken. Soms hoort u gekraak of ziet u een zwelling. Artrose is niet te genezen. Wel kan de orthopeed deze aandoening op diverse manieren behandelen.
Het PIP-, DIP- en MCP-gewricht
Een vinger bestaat uit 3 kleine botstukken, de vingerkootjes. Bij een gezond gewricht zijn de uiteindes van de botten bedekt met kraakbeen. Hierdoor bewegen de botten soepel en pijnloos langs elkaar. U kunt probleemloos iets oppakken, schrijven, een vaatdoekje uitknijpen et cetera.
- Het MCP-gewricht zit tussen het middenhandsbeentje en het basiskootje van de vingers. U ziet dit gewricht als de knokkel ‘boven op uw hand’.
- Het PIP-gewricht is het gewricht tussen het basiskootje en het middenkootje. Dit is het knokkeltje waarmee u tegen het raam tikt.
- Het DIP-gewricht is het gewricht tussen het middenkootje en het eindkootje. De vingertop dus.
Klachten artrose vingers
Bij artrose in uw vingers slijt het kraakbeen in het middenhandsbeentje en/of bepaalde vingerkootjes. Ook wordt het onderliggende bot aangetast. Uiteindelijk kan het gewrichtskraakbeen zelfs helemaal verdwijnen. De botuiteinden komen dan tegen elkaar. Dit veroorzaakt stijfheid en pijn. Soms knappen de vingers als u ze beweegt. Als reactie op de artrose, kan het aangedane gewricht ook gaan ontsteken. Het gebied er omheen wordt dan rood, zwelt op en voelt warm aan. Soms voelt of ziet u op enig moment een knobbel bij het gewricht.
Na een tijdje merkt u dat bepaalde dagelijkse handelingen steeds lastiger worden. U krijgt bijvoorbeeld moeite met schrijven, kunt niet goed meer knijpen of het lukt ineens niet meer om de dop van een fles open te draaien. Er is onderzoek nodig om te bepalen in welke fase de artrose in de hand en vingers zich bevindt en wat de beste behandeling voor u is.
De oorzaak
Artrose in de hand/vingers kan op verschillende manieren ontstaan. Bijvoorbeeld door een ongeluk (breukje), een gewrichtsinfectie of het bereiken van een oudere leeftijd. We zien deze aandoening ook bij mensen die kampen met reuma of jicht. Soms is de oorzaak niet te achterhalen.