Kraakbeenbeschadiging knie
Het kniegewricht bestaat uit verschillende botdelen: het scheenbeen, het dijbeen en de knieschijf. De uiteinden van die botten zijn bedekt met een laagje kraakbeen dat glad en verend is waardoor de knie soepel kan bewegen.
Het kraakbeen in uw knie kan op verschillende manieren beschadigd raken. Bijvoorbeeld door een in het verleden verwijderde meniscus, een botbreuk of doordat u uw knie verdraait. Het is zelfs mogelijk dat de kwaliteit van uw kraakbeen spontaan vermindert.
U kunt hierbij last hebben van de volgende klachten:
- Pijn bij belasting van de plaats waar de beschadiging zit
- Zwelling in de knie
Het is belangrijk te achterhalen of een klein stukje van het kraakbeen beschadigd is (kraakbeendefect) of dat het in een groter deel van de knie is aangetast (artrose). De mate, plaats en ernst van de afwijking bepalen de mogelijkheden van behandeling. Als er sprake is van artrose bekijken we eerst de behandelopties waarvoor geen operatie nodig is. In sommige gevallen is een operatie (zoals een standscorrectie of het plaatsen van een prothese) wel noodzakelijk.
Bij een klein kraakbeendefect adviseren we soms een conservatieve behandeling (zonder operatie). Bij bepaalde indicaties kunnen we ook met een operatie ingrijpen. Zoals icepicking en osteo articular transfer system (OATS). Hierbij is het doel om de kraakbeenlaag te repareren. Dit is niet mogelijk bij artrose.
