Standsafwijkingen van de benen: as- en rotatieafwijkingen
Als uw kind een standsafwijking van de benen heeft, kan het gaan om een as-afwijking. Uw kind heeft dan O-benen (varus beenas/genu varum) of X-benen (valgus beenas/genu valgum). Maar ook de rotatie van de botten kan afwijkend zijn.
Standsafwijking komen op kinderleeftijd veel voor en zijn meestal onschuldig. Een kind kan tot 2 jarige leeftijd een O-been hebben. Daarna verandert dit in een toegenomen X-been. Ongeveer rond 8-jarige leeftijd gaat de beenas naar neutraal. Bij een rotatieafwijking kan u kind een afwijking hebben in het bot van het bovenbeen, in het bot van het onderbeen, of in beide botten. Standsafwijkingen die we hierbij zien zijn:
- verhoogde anteversie van de heup: de knie en voet staan naar binnen
- verhoogde retroversie van de heup: de knie en voet van uw kind staan naar buiten
- exotorsie van de tibia: de voet staat naar buiten, terwijl de knie naar voren is gericht (toeing out)
- endotorsie van de tibia: de voet staat naar binnen bij een knie die naar voren is gericht (toeing in)
- of een combinatie van een rotatieafwijking in het boven en onderbeen. Dit noemen we ook wel miserable malalignement. Hierbij staat de knie van uw kind meestal naar binnen gericht, terwijl de voet neutraal of naar buiten is gericht.
Toeing in is een afwijking die we vaak bij jonge kinderen zien. Ook deze herstelt meestal richting de 10-jarige leeftijd.
Klachten
Standsafwijkingen van de benen kunnen verschillende beenklachten geven. De klachten kunnen variëren van pijn tot een vermoeid gevoel in de heup, knie of enkel. Het komt ook regelmatig voor dat de diagnose standsafwijking pas laat wordt gesteld. Dat komt bijvoorbeeld doordat er eerder alleen naar het pijnlijke gewricht wordt gekeken in plaats van het hele been. Daarnaast is het ook minder goed te bepalen of de pijnklachten echt door de standsafwijking komen.
Verloop
De meeste standsafwijkingen normaliseren gedurende de groei. Maar dit is niet bij alle kinderen het geval. Daarnaast kan de stand van een been ook zijn veranderd na een botbreuk. Het been kan bijvoorbeeld in een andere stand vastgroeien. Of de stand van het been verandert door een beschadiging van de groeischijf.
Behandelingen
Door goed lichamelijk onderzoek en een aanvullende onderzoek kunnen we de beenas en de rotatie van de botten bepalen. Als deze te afwijkend zijn, kunnen we in afstemming met u een operatie overwegen. Er zijn helaas geen conservatieve behandelingen om de as- of rotatieafwijkingen zelf te beïnvloeden. Fysiotherapie en aanpassingen in de schoenen kunnen weliswaar helpen bij het verminderen van de klachten, maar veranderen de stand van de botten niet. Welke therapie het beste is, hangt af van de mate van de afwijking en de klachten die uw kind heeft. De orthopeed zal met u de opties en de verwachtingen van de verschillende behandelingen bespreken.
Op onze website vindt u meer informatie de operatieve opties die er zijn voor standsafwijkingen.