Triggerduim
Bij een triggerduim is uw kind niet in staat om de duim recht te krijgen. Deze aandoening komt ongeveer bij 3 op de 1.000 kinderen voor bij een leeftijd van 1 jaar.
De buigpezen (flexoren) van de duim lopen aan de binnenzijde van de hand naar de onderarm. De pezen lopen door een soort kokertje; de peesschede. Rondom de pees zit een dun laagje vocht. Hierdoor kan de pees gemakkelijk in de peesschede op en neer glijden. Over de peesschede lopen op meerdere plaatsen bandjes (pulleys) die het kokertje met de pees op zijn plek houden. Bij een triggerduim is de buigpees van de duim meestal verdikt. Hierdoor kan de pees niet meer goed door het kokertje. Uw kind kan de duim dan niet meer volledig strekken. Waarom de peesverdikking optreedt is niet bekend.
Klachten
Meestal zijn er geen pijnklachten en heeft uw kind geen last van de stand.
Behandeling
Als uw kind zijn of haar duim nog een beetje kan bewegen, kunnen we in de meeste gevallen starten met een rekbehandeling. De orthopeed kan beoordelen of dit ook bij uw kind mogelijk is. In drie gevallen kunnen we een operatie overwegen:
- uw kind kan zijn of haar duim niet bewegen (dit noemen we ‘gefixeerd’)
- de triggerduim is nog steeds aanwezig als uw kind twee jaar oud is
- de rekbehandeling heeft onvoldoende effect gehad
Bij de operatie nemen we de zogeheten pulley van de buigpees van de duim van uw kind door.
