Promotie: Heel vroege Systemische Sclerose – Snelle herkenning en vroege behandeling?

Gepubliceerd op: 19-06-2024

Systemische Sclerose (SSc) is een zeldzame reumatische auto-immuunziekte die verlittekening van de huid en inwendige organen veroorzaakt. De ziekte is ongeneselijk en dodelijk en leidt tot aanzienlijke afname van kwaliteit van leven. Vroege herkenning en behandeling voor patiënten met een hele vroege vorm van SSc kan de prognose waarschijnlijk verbeteren en complicaties voorkomen.  

Diagnostiek en behandeling van hele vroege SSc 

De focus van het proefschrift ligt op de diagnostiek en behandeling van hele vroege SSc. Symptomen van vroege SSc zijn meestal nog beperkt tot de handen, wat herkenning lastig maakt. Fotoakoestiek en hoge frequentie echografie zijn onderzocht bij heel vroege SSc en zouden van toegevoegde waarde kunnen zijn in de vroege diagnostiek en wellicht ook in het voorspellen van ziektecomplicaties. Ook de rol van autoantistoffen in SSc en het verschil in onderliggende ziekteprocessen is onderzocht. Deze resultaten kunnen hopelijk bijdragen aan het beter voorspellen van het ziektebeloop en de respons op behandeling.  

Studie toont dat huidige behandelopties in vroeg stadia zorgt voor ziektestabilisatie 

De resultaten van de eerste klinische studie wereldwijd bij hele vroege SSc worden beschreven. Helaas kreeg een groot deel van de studiepatiënten, ondanks de behandeling met hoge dosis prednison, binnen één jaar ziekteprogressie.  

Een overzicht van de huidige behandelopties bij SSc wordt gegeven waarbij ziektestabilisatie bereikt kan worden maar genezing nog niet mogelijk is. Deze bevindingen onderschrijven de noodzaak voor vervolgonderzoek met andere immunomodulerende medicatie in heel vroege SSc om de ziekte proberen te stoppen nog voor onherstelbare schade is opgetreden. 

 

Promotiedatum: 20-06-2024 

Locatie: Aula Radboud universiteit 

Promovendus: Brigit Kersten 

Proefschrift: Very Early Systemic Sclerosis – Hit Hard and Early? 

Promotoren: Prof. Dr. F.H.J. van den Hoogen en dr. C.M.H. van den Ende 

Copromotor: dr. M.C. Vonk