She’s back!
In oktober 1984 had ze haar eerste operatie. Inmiddels is Van Rumpt-Budding elf keer geopereerd in de Sint Maartenskliniek. Tien jaar geleden kreeg ze links een heupprothese, in 2010 een nieuwe rechterenkel en sinds 2011 heeft ze ook een nieuwe rechterknie. “Waarschijnlijk hangen al mijn gewrichtsproblemen samen met die heupdysplasie”, zegt ze. “Als ik geen pijnstillers nam, ging ik verkeerd lopen, waardoor ik mijn gewrichten sneller versleet. Door de protheses ben ik helemaal teruggekomen. Ik kan weer wandelen, naar musea et cetera. Dat deed ik eerst niet, want het deed gewoon te veel pijn. Mijn wereld is weer groter geworden. Toen ik 29 jaar was, kon ik minder dan dat ik nu kan!”
Enkel onder de loep
“Bij mijn enkel was het meteen duidelijk dat het een operatie zou worden. Op de foto bleek dat die helemaal versleten was. Ik kon mijn voet niet goed afwikkelen, waardoor ik verkeerd ging lopen. Het deed pijn en er zat ook vocht in. Ik werd voor het eerst echt met mijn neus op de feiten gedrukt toen ik niet meer kon zwemmen. Ik verkrampte. Ook het lopen ging steeds slechter. Ik heb wel aangepast schoeisel gehad, maar dat heb ik twee keer vervangen. Ik kon er niet op lopen. Het laatste paar heb ik op een gegeven moment in de kliko gemikt”, aldus Van Rumpt-Budding.
Pijnvrij lopen
De enkeloperatie – met een ruggenprik - verliep goed. Na een tijdje moest ze leren lopen met de prothese. In het begin had ze wel enkele beperkingen, ze kon bijvoorbeeld moeilijk opstappen op de fiets. Maar mede dankzij de fysiotherapie gaat het nu heel erg goed. Van Rumpt-Budding: “Het was een verademing om mijn voet neer te kunnen zetten zonder pijn. Aan pijn wen je namelijk nooit.”
Het zwarte gat…
“Tot aan de enkeloperatie werkte ik in een tehuis voor ouderen”, gaat ze verder. “Als medewerker liep ik ongeveer acht kilometer per dag en daarnaast moest ik natuurlijk mensen helpen. Helaas moest ik na de operatie wel stoppen, met pijn in mijn hart. Nu werk ik daar nog een halve dag in de week als vrijwilliger.” Anja van Rumpt-Budding is naar eigen zeggen een echt ‘mensenmens’. Ze vindt het dan ook steeds lastiger worden om een goede invulling aan haar dagen te geven nu ze niet meer kan werken. “Met de naaimachine ben ik inmiddels wel een beetje klaar. Gelukkig heb ik vier kleinzoons om op te passen. Die houden me goed bezig.”
Soepel en zuinig
Van Rumpt-Budding verhuisde jaren geleden naar een gelijkvloerse flat, omdat ze niet meer kon traplopen. Dankzij de nieuwe enkel en knie komt ze inmiddels wel weer de trap op. “Hoewel ik met zware boodschappen meestal toch de lift neem”, verklapt ze. “Ik beweeg veel om mijn gewrichten soepel te houden. Zo fiets ik vaak op de elektrische fiets. Daarmee zet ik niet teveel kracht op de gewrichten. Vroeger liep ik maar de hele tijd door met allerlei klachten. Dat doe ik nu niet meer; ik ben zuinig op het goede werk dat de artsen hebben verricht.”