Acute dwarslaesiezorg

Als u net een dwarslaesie heeft opgelopen, voelt dit vaak als het einde van de wereld. Logisch en u bent niet de enige die dit zo ervaart. Een dwarslaesie heeft immers een enorme impact op uw leven. De eerste (acute) revalidatieperiode staat vooral in het teken van uw herstel. Daarvoor verblijft u op onze verpleegafdeling Dwarslaesie.

Tijdens uw opname proberen we samen met u, uw bewegingsmogelijkheden te vergroten. Wij zien dat de meeste revalidanten een (nieuwe) invulling van hun levensgeluk vinden. Geluk zit namelijk niet in uw benen of armen. Het zit in wat nog wél kan, in contacten met anderen en in de regie kunnen voeren over uw eigen leven.

Hoe lang duurt de opname?

Patiënten kunnen bij ons snel terecht. De revalidatie duurt gemiddeld drie tot vier maanden op de verpleegafdeling. Daarna volgt vaak nog een poliklinische periode.

Uw wensen en behoeften

De eerste twee à drie weken van uw opname, gebruiken we om samen een goed beeld te krijgen van uw situatie. In deze periode draait het om onderzoek en observatie. Daarna stelt de revalidatiearts, na overleg met u en de betrokken behandelaars, een revalidatieplan op. Dit behandelplan is aangepast op uw wensen en behoeften, en vormt de rode draad in uw hele behandeling. Er zijn veel verschillende zorgverleners bij uw behandeling betrokken, zoals verpleging, ergo- en fysiotherapeuten, de revalidatiearts en de psycholoog.

Praktische informatie

Praktische informatie over uw opname vindt u bij ‘Rondom uw zorg’. Bijvoorbeeld waar u rekening mee moet houden op uw eerste dag. Of wat de bezoektijden zijn. U vindt daar ook alle praktische informatie over de poliklinische behandeling.

Wat kunt u van ons verwachten?

U heeft moeite met het uitvoeren van bepaalde bewegingen van uw arm of hand. Het doel van arm- en handfunctietraining is de inzetbaarheid van uw arm en hand in het dagelijks handelen te vergroten.

Hoe gaan we dat doen?

De ergotherapeut stelt samen met u de doelen vast waaraan u wilt werken voor uw handfunctie. Aan de hand daarvan krijgt u een individueel oefenprogramma. U werkt zelfstandig aan dit oefenprogramma in de groep voor arm- en handfunctietraining, onder begeleiding van een ergotherapeut en/of fysiotherapeut. De ergotherapeut past het oefenprogramma, indien nodig, tussentijds aan volgens de afgesproken opbouw.

Eén keer in de zes weken evalueert u samen met uw ergotherapeut het oefenprogramma. Als het nodig is, wordt het oefenprogramma aangepast en vindt een multidisciplinaire evaluatie plaats.

Wat gaat u oefenen?

Wat u precies gaat oefenen, is afhankelijk van uw persoonlijke doelen en oefenprogramma. Tijdens de arm- en handfunctietraining werken we eraan dat u in het dagelijks leven uw hand en arm weer zoveel mogelijk in kunt zetten. Bijvoorbeeld bij gebruiken van bestek, geld pakken, haren kammen, afstandsbediening van tafel pakken en schrijven. Hiervoor is het nodig dat u uw arm en hand intensief gaat trainen. Voor het hanteren van voorwerpen zijn diverse functies van belang, zoals de positie van de arm, kracht en beweeglijkheid. De oefeningen die u gaat doen zijn, afhankelijk van uw persoonlijke doelen, onder andere gericht op:

  • het vergroten van de spierkracht;
  • ervoor zorgen dat uw arm goed beweeglijk wordt en/of blijft (mobiliteit);
  • het automatiseren van bewegingen;
  • het verbeteren van tweehandig werken;
  • ervoor zorgen dat er minder vocht (oedeem) in de arm zit;
  • het aanleren van functionele grepen;
  • het verbeteren van coördinatie en snelheid;
  • het verbeteren van rompstabiliteit.

Deze functies zijn een voorwaarde voor het uitvoeren van allerlei praktische handelingen. Om deze functies van uw arm en hand goed te oefenen, is het nodig dat u bepaalde bewegingen en grepen veel herhaalt. Als uw individuele doelen bereikt zijn en/of als u uw maximaal haalbare niveau heeft bereikt, stopt u met de arm- en handfunctietrainingsgroep. De ergotherapeut zal dit met u bespreken.

Een andere optie voor het vergroten van uw arm- en handfunctie is reconstructieve arm-hand chirurgie (tetrahand-chirurgie).

U krijgt tijdens uw opname uitleg en instructie om de kans op decubitus zoveel mogelijk te voorkomen.

Bij een dwarslaesie heeft de huid meer zorg en aandacht nodig. Doordat u niet alle pijn, aanrakingen of druk op uw huid voelt, is uw huid kwetsbaarder. Door onder andere druk, schuiven en wrijving kunnen uw huid en de lagen daaronder beschadigd raken. Zo kunt u doorzit- of doorligwonden krijgen. Dit wordt ook wel decubitus genoemd. 

Ziet u tijdens uw opname een rode drukplek? Geef dat dan aan bij de verpleegkundige. We helpen u waar mogelijk ook zelf actie te ondernemen om de decubitus tegen te gaan. Het is belangrijk om de oorzaak van de decubitus aan te pakken.

Als u toch decubitus heeft, dan kunnen wij u van A tot Z behandelen binnen ons unieke decubituszorgpad

Tijdens uw opname komt u ook de fysiotherapeut tegen. Die geeft advies over een goede bedhouding en het verplaatsen in bed. Daarnaast zorgt de fysiotherapeut voor het goed kunnen gaan zitten in de rolstoel, en voor een actieve training als u zover bent. Bovendien zorgt de fysiotherapeut voor een bepaalde basis, waarbij uw gewrichten soepel blijven en uw spieren sterker worden. Ook besteedt de therapeut aandacht aan uw ademhaling.

In het begin zal de fysiotherapeut met name aandacht besteden aan:

  • Uw houding in bed
  • Doorbewegen
  • Ademhalingstraining
  • Voorbereiding op de actieve trainingsfase door het versterken van uw spieren

Als u uit bed kunt komen en de arts heeft bepaald dat u kunt gaan oefenen en belasten, dan zal de fysiotherapeut u begeleiden bij:

  • Het ‘rolstoel’-belastbaar maken
  • De sta-tafel/ sta-unit training

Daarnaast starten we, zodra het kan, met actieve training en oefent u om een zo groot mogelijke zelfstandigheid en onafhankelijkheid van hulppersonen en hulpmiddelen te krijgen. In principe streeft u tijdens de revalidatieperiode naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Als u weer thuis bent, bepaalt u zelf wat u kunt gebruiken in de thuissituatie.

Een onderdeel dat tijdens uw opname altijd aan bod komt, is de medische zorg.

De revalidatiearts in opleiding en de revalidatiearts zorgen ervoor dat uw medische situatie stabiel blijft. Zo nodig overleggen zij met andere medisch specialisten, zoals de internist. Zij hebben aandacht voor bijvoorbeeld uw blaas en longen, en zij geven antibiotica als u een infectie ontwikkelt. U kunt bij hen ook terecht met vragen over bijvoorbeeld huiduitslag of een hoge bloeddruk. Het kan zijn dat u hiervoor röntgenfoto’s moet laten maken of bloed moet laten prikken.

Medicijngebruik

Heeft u vragen over medicijngebruik? Overleg telefonisch met de klinische farmacie of maak een afspraak met één van onze apothekersassistentes, telefoon (024) 327 27 95.

Tijdens de hele revalidatie werken we aan mobilisatie. Wij zorgen ervoor dat u goed kunt deelnemen aan de therapieën en dat de spieren en gewrichten voldoende soepel blijven. Het doel van het onderdeel mobilisatie is:

  • Dat u zoveel mogelijk uit bed bent.
  • Dat u het revalidatieprogramma goed kunt volgen.
  • Dat de spierkracht in uw armen en benen voldoende is om de handelingen uit te voeren die u ook zelf zou moeten kunnen uitvoeren. Ook moeten uw spieren en gewrichten voldoende soepel zijn.

De fysiotherapeut zal vooral werken aan uw conditie, de kracht van uw spieren en de soepelheid van uw spieren en gewrichten. De verpleging zorgt ervoor dat u voldoende uit bed komt. Dit gaat volgens een vast schema. Heeft u een rolstoel nodig? Dan zorgt de ergotherapeut dat er een geschikte rolstoel voor u aanwezig is. Samen zorgt het team ervoor dat uw conditie op peil gebracht wordt en dat u goed in bed ligt en in de rolstoel zit.

Een ander doel in uw klinische revalidatie is om de problemen met uw ontlasting en urinelozing zo veel mogelijk te beperken. Voor hulp met uw ontlasting krijgt u uitleg en instructie over wat wij ook wel het 'defaecatiebeleid' noemen.

Doelen:

  • Uw ontlasting komt op regelmatige en geplande momenten (of komt gereguleerd spontaan).
  • U heeft geen incontinentie van ontlasting óf de ontlasting wordt opgevangen met een adequaat opvangsysteem.
  • U heeft geen obstipatie.
  • Het uitvoeren van de activiteiten rondom de ontlasting duurt gemiddeld maximaal 60 minuten per dag.

Het beleid rondom het lozen van urine noemen we het 'mictiebeleid'.

Doelen:

  • Uw urine komt op regelmatige en geplande momenten (of komt gereguleerd spontaan).
  • U heeft geen incontinentie van urine óf de urine wordt opgevangen met een adequaat opvangsysteem.
  • Er blijft niet meer dan 150 ml urine in uw blaas zitten na een lozing.
  • Er is een urologisch veilige situatie óf een zo klein mogelijke kans op schade aan uw urinewegen en nieren.

Tijdens uw opname krijgt u uitleg en hulp om zoveel mogelijk zelfstandig al deze doelen te realiseren.

Persoonlijke verzorging gaat over alle handelingen die mensen dagelijks in het gewone leven verrichten. Direct bij de start van uw opname helpen we u met opstaan, wassen en aankleden; alle verzorging die u nodig heeft. We overleggen met u welke activiteiten u zelf kunt uitvoeren.

Zo kunt u bijvoorbeeld leren om zelfstandig uw tanden te poetsen of te gaan douchen op een douchezitje. Het kan ook zijn dat u door uw beperkingen bepaalde dingen niet zelf kunt doen. De verpleegkundige neemt deze taken dan blijvend over. We kijken dan samen met u wie dat na uw ontslag thuis kan doen.

Mensen die net een dwarslaesie hebben opgelopen, krijgen een heleboel te verwerken.

Het kan bijvoorbeeld zijn dat u heel boos of gefrustreerd bent. Of juist heel somber en verdrietig. Door gesprekken met u en uw omgeving proberen we daarin ondersteuning te bieden. Ook krijgt u een intake bij de maatschappelijk werker en psycholoog. We stemmen de begeleiding in overleg met u af op uw vragen en mogelijkheden.

Geestelijke verzorging

De opname op onze revalidatieafdeling is een ingrijpende ervaring. Te maken krijgen met ziekte en handicaps, heeft effect op hoe u in het leven staat. De manier waarop u tegen het leven aankijkt en wat u waardevol vindt, speelt daarbij een grote rol. Als u daar behoefte aan heeft, kunt u een gesprek aanvragen met de medewerkers van de geestelijke verzorging.

Om het revalidatieproces goed te laten verlopen, speelt uw partner en/of familie een grote rol. Daarom overleggen we met u hoe we uw naaste(n) kunnen betrekken bij uw zorg en behandeling. Dit kan ook van belang zijn om na ontslag uit het revalidatiecentrum thuis zo goed mogelijk te kunnen functioneren, en voorbereid te zijn op de hulp die u daarbij nodig heeft.

We organiseren speciale voorlichtingsbijeenkomsten voor partners en familie/vrienden. Deze bijeenkomsten zijn vooral gericht op het omgaan met uw beperkingen. Verschillende behandelaars zullen hierover vanuit hun eigen aandachtsgebied vertellen en vragen beantwoorden.