Wat is orthopedie?
Een op de drie Nederlanders krijgt te maken met klachten aan spieren of gewrichten. Wanneer u pijn heeft bij het bewegen of minder soepel beweegt, kan uw huisarts u doorverwijzen naar de afdeling Orthopedie.
Wat doet een orthopeed?
Orthopedie is gericht op aandoeningen aan het ‘bewegingsapparaat’. Dit bestaat uit alle botten, spieren, banden, pezen en gewrichten van het menselijk lichaam. Orthopedie is dus een zeer breed vakgebied en u kunt met allerlei klachten bij een orthopeed terechtkomen. Bijvoorbeeld met een schouder uit de kom, maar ook met een gebroken heup of klachten aan uw achillespees.
Een orthopedisch chirurg (kortweg: orthopeed) richt zich op het verminderen van uw pijn en helpt u om weer gemakkelijker te kunnen bewegen. Hierbij werkt de orthopeed in sommige gevallen samen met andere behandelaars, bijvoorbeeld een fysiotherapeut of een reumatoloog. Daarna wordt er een een behandelplan opgesteld. Een behandeling kan bestaan uit advies, fysiotherapie, medicijnen en/of een operatie.
Met welke klachten gaat u naar een orthopeed?
Wanneer u pijn heeft aan uw spieren, botten of pezen, gaat u eerst naar de huisarts of fysiotherapeut. Als uw huisarts of fysiotherapeut uw klachten niet zelf kan behandelen, kan u doorverwezen worden naar een orthopedisch chirurg. De orthopeed kan u helpen bij:
- Klachten aan gewrichten: bijvoorbeeld slijtage (artrose) of pijn van uw meniscus.
- Klachten aan uw gewrichtsprothese: bijvoorbeeld pijn, stijfheid of instabiliteit.
- Pijn in spieren en pezen: bijvoorbeeld een spierscheurtje of sportblessure.
- Botklachten: bijvoorbeeld een breuk, osteoporose of klompvoetjes bij baby’s.
- Rugpijn met in sommige gevallen uitstraling naar de armen of benen.
Welke behandelingen voert een orthopedisch chirurg uit?
Een orthopeed behandelt aangeboren aandoeningen en klachten die ontstaan zijn door een ongeval, ziekte, slijtage of overmatig sporten. Om vast te stellen welke aandoening u heeft, bespreekt u uw klachten met de orthopeed en onderzoekt de orthopeed u lichamelijk. Op basis daarvan bepaalt hij of u een aanvullend onderzoek nodig heeft. Hierbij kan de orthopedisch chirurg verschillende aanvullende onderzoeken gebruiken zoals: een röntgenfoto, echo, MRI of CT-scan. Deze hulpmiddelen helpen de orthopeed om een diagnose stellen. Hierna bekijkt de orthopeed welke behandeling bij u past. Afhankelijk van uw klacht beslist de orthopedisch chirurg of u bijvoorbeeld pijnstilling, fysiotherapie of een operatie nodig heeft. Er zijn twee soorten behandelingen mogelijk:
Een conservatieve behandeling (zonder operatie), bijvoorbeeld:
- Fysiotherapie of pijnstilling voorschrijven bij een blessure of overbelasting.
- Het aanleggen van een spalk om een gewricht (tijdelijk) rust te geven.
Een operatieve behandeling, bijvoorbeeld:
- Het plaatsen of vervangen van een versleten gewricht bijvoorbeeld een heupprothese.
- Het herstellen van een verbrijzelde enkel.
- Een kijkoperatie om een precieze diagnose te stellen of een meniscusscheur te behandelen.