Weer naar huis
Na uw operatie zijn er verschillende regels en adviezen waar u zich aan moet houden om zo goed mogelijk te herstellen. Hieronder vindt u alle informatie voor uw verdere herstel thuis.
Na uw operatie zijn er verschillende regels en adviezen waar u zich aan moet houden om zo goed mogelijk te herstellen. Hieronder vindt u alle informatie voor uw verdere herstel thuis.
Tijdens uw opname bekijkt het behandelteam hoe het met u gaat. Om naar huis te mogen moet u aan een aantal criteria voldoen. Als eerste moet de pijn voldoende onder controle zijn. Daarnaast mag de wond niet fors lekken. Het is van belang dat na de operatie (voor ontslag) het plassen weer op gang komt.
Indien u een langere opname heeft, heeft u vaak een ander type operatie gehad en spelen er mogelijk nog andere criteria een rol, zoals bijvoorbeeld;
Na de meeste operaties komt de fysiotherapeut nog een laatste keer bij u langs met advies voor thuis,. Ook zorgt de fystiotherapeut voor een goede overdracht en een verwijzing voor de fysiotherapie thuis.
Voordat u uit de Sint Maartenskliniek vertrekt, heeft u eerst een ontslaggesprek met de verpleegkundige. Daarin kunt u uw vragen stellen over het ontslag en de periode die daar op volgt. Ook kunt aangeven hoe u het verblijf op de verpleegafdeling heeft ervaren. De verpleegkundige legt uit waar u op moet letten als u weer thuis bent en wanneer u contact moet zoeken met de consulente.
Als u op de dag van de operatie naar huis mag krijgen de meeste patiënten een 'pijntray' mee. Hierop vindt u alle pijnmedicatie voor thuis. De verpleegkundige op de afdeling geeft u uitleg hierover tijdens het ontslag gesprek.
Specifieke medicatie die u gebruikt wordt voor thuis voorgeschreven. Deze komt de apotheek voor uw vertrek bij u langs brengen. U krijgt dan uitleg over hoe u de medicijnen moet gebruiken.
Omdat u net bent geopereerd, mag u niet zelf naar huis rijden. Het is daarom verstandig om van tevoren het vervoer te regelen, zodat een familielid, vriend of goede buur u naar huis brengen. U kunt zich ook door een taxi naar huis laten brengen. Vraag bij uw zorgverzekeraar na of zij de taxikosten vergoeden.
In de folder ‘Leefregels na ontslag’ die u heeft meegekregen vanuit de verpleegafdeling, leest u wat u het beste wel en niet kunt doen als u weer thuis bent. Lees deze regels goed door en neem ze in acht.
De orthopedisch consulenten kunt u bellen met vragen over uw behandeling, zowel voor als na een operatie. U kunt dan contact opnemen via ons contactcentrum. Zij brengen u in contact met de orthopedisch consulenten. Bel hiervoor naar (024) 365 96 59 gebruik het algemene contactformulier.
Als u op de locatie in Woerden onder behandeling bent, kunt u rechtstreeks contact opnemen met de consulenten daar via telefoonnummer (024) 365 92 29.
Heeft u een complicatie? Zoals wondlekkage, koorts, forse zwelling of andere problemen met betrekking tot de operatie? Bel dan tijdens kantooruren met ons contactcentrum. Zij brengen u in contact met de orthopedisch consulenten. Bel hiervoor naar (024) 365 96 59.
Als u op de locatie in Woerden onder behandeling bent, kunt u tijdens kantooruren rechtstreeks contact opnemen met de consulenten daar via telefoonnummer (024) 365 92 29.
Heeft u buiten kantooruren hulp nodig rondom uw complicaties? Neem dan contact op met de Acute zorg poli (AZP) in Nijmegen via telefoonnummer (024) 265 93 91.
Als u vragen of klachten heeft met betrekking tot gips, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de gipsverbandmeester op telefoonnummer (024) 365 94 80. Als u op de locatie in Woerden onder behandeling bent, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de gipsverbandmeester aldaar via telefoonnummer (088) 320 46 21 of met de orthopedisch consulente via telefoonnummer (024) 365 92 29.
U kunt niet meteen alles zelf. Bepaalde bewegingen zijn voor het gewrichtskapsel belastend. Daarom is het belangrijk dat u zich aan bepaalde leefregels houdt.
Het gewrichtskapsel is nog niet zo sterk en moet de kop en kom op de plaats houden. Uw behandelend arts kan u adviseren over wanneer u weer kunt autorijden, fietsen en sporten.
Een mogelijke complicatie is het uit de kom schieten van de prothese (dit wordt luxatie genoemd). Het risico hierop is het grootst in de eerste twee maanden na de operatie en wordt vaak veroorzaakt door een verkeerde beweging. Daarom is het belangrijk dat u de volgende dingen in de eerste acht weten na de operatie niet doet:
Onderstaande risicobewegingen kunt u ook het best vermijden:
Omdat u risicobewegingen zoveel mogelijk moet vermijden, moet u goed opletten bij de volgende bezigheden:
In de periode vanaf acht weken na de operatie mogen bovenstaande leefregels soepeler worden gehanteerd. Het is echter niet de bedoeling dat u de bewegingen die u in de eerste acht weken moest vermijden, daarna weer extra gaat oefenen. De beweeglijkheid van de geopereerde heup zal dus, in bepaalde mate, blijvend beperkt zijn.
Het is belangrijk dat u zich houdt aan de instructies die u van de fysiotherapeut heeft gekregen voor de looptraining en andere oefeningen. Deze adviezen worden uitgebreid beschreven in de folder ‘Adviezen na een totale heupoperatie‘. Hierin staan ook foto’s van de bewegingen die u wel en niet mag maken. Deze folder krijgt u thuisgestuurd als u zich heeft aangemeld voor de informatiebijeenkomst, of u ontvangt deze na de operatie van de fysiotherapeut.
Daarnaast raden wij u aan twee keer per dag een half uur lang op uw buik te gaan liggen, als dit u is geadviseerd. Als u niet op uw buik kunt liggen, ga dan twee keer per dag een half uur op uw rug liggen.
Na de opname kunt u de fysiotherapie thuis meestal voortzetten. U beoordeelt samen met de fysiotherapeut in het ziekenhuis of dit voor u van toepassing is.
Na 6 tot 8 weken komt u op de polikliniek voor een controle bij een arts-assistent of Physician Assistant (PA). Er wordt dan ook een röntgenfoto gemaakt. Aan de hand van de foto en de bevindingen bepalen wij de verdere behandeling. Indien nodig volgt na 3 tot 4 maanden komt u op controle bij uw eigen orthopedisch chirurg, de arts-assistent of de PA. De PA is opgeleid om deze controles te doen.
Wij krijgen vaak vragen over de levensduur van een prothese. Het hoogwaardige plastic van de kom kan slijten. Dit is onder andere afhankelijk van uw dagelijkse activiteiten. Soms moet een versleten kom vervangen worden. Dit is zelden binnen tien jaar nodig. De meest voorkomende reden voor een hernieuwde operatie is het loslaten van de prothese, doordat de verbinding tussen bot en de prothese loslaat. De heupprothese kan dan worden vervangen. De kans hierop is wisselend, soms gebeurt het pas 15 jaar of later na plaatsing van de nieuwe heup. Soms gebeurt het helemaal niet.
U kunt last krijgen van een infectie aan de nieuwe heupprothese. Om de kans op een infectie zoveel mogelijk te beperken is het noodzakelijk uw huisarts te waarschuwen bij ziekten die gepaard gaan met koorts en bij geïnfecteerde wonden.
Indien een tandarts een infectie aan uw tanden (bijvoorbeeld een kaakabces) moet behandelen, is het raadzaam om vooraf antibiotica te gebruiken. Dit geldt niet als er alleen sprake is van andere behandelingen zoals het plaatsen van vullingen of een behandeling van de mondhygiënist. Een brief met deze adviezen voor de tandarts kunt u krijgen bij de polikliniek Orthopedie.