Anatomische schouderprothese
Bij een anatomische schouderprothese vervangt de chirurg uw versleten schoudergewricht door een kunstgewricht.
Waarom?
Het schoudergewricht bestaat onder andere uit het schouderblad (scapula) en de kop van de bovenarm (humerus). Het schouderblad heeft een kleine kom, waar de kop van de bovenarm in past. Zowel de kom als de kop zijn bekleed met kraakbeen. Hiertussen bevindt zich een laagje gewrichtsvocht, waardoor het gewricht soepel kan draaien. Het geheel wordt omgeven door het gewrichtskapsel en door spieren en pezen (rotator cuff).
Door diverse oorzaken kan het kraakbeen slijtage gaan vertonen, artrose genaamd. Of mogelijk heeft u reumatoïde artritis, waarbij een ontsteking van het gewricht de artrose veroorzaakt. Als uw kraakbeen versleten is, kunt u uw schoudergewricht niet meer soepel bewegen. U heeft pijn, bent beperkt in uw bewegingen en u heeft last van stijfheid van het gewricht. Door de irritatie die ontstaat bij het bewegen maakt uw lichaam ook meer gewrichtsvocht, waardoor het gewricht kan zwellen.