Poliklinische behandeling Carpaal Tunnelsyndroom
Bij een Carpaal Tunnelsyndroom-operatie zorgt de chirurg voor meer ruimte rond een polszenuw, waardoor de druk op de zenuw afneemt.
Waarom?
Bij een Carpaal Tunnelsyndroom (CTS) is er sprake van druk op een zenuw, de nervus medianus. Deze zenuw verloopt aan de binnenzijde van de pols en zorgt voor het gevoel in uw duim, wijsvinger, middelvinger en een deel van uw ringvinger. Over de nervus medianus ligt een bandje (ligament). Bij een verdikking van het ligament ontstaat druk op de onderliggende zenuw. Daarnaast is het mogelijk dat er druk op de zenuw ontstaat omdat u meer vocht vasthoudt in uw pols.
Klachten
Een Carpaal Tunnelsyndroom veroorzaakt tintelingen in een aantal vingers of in de gehele hand en soms pijn in de arm. De tintelingen komen het meest voor in de duim, wijsvinger, middelvinger en een deel van de ringvinger. Vaak zijn de klachten ’s nachts erger dan overdag. Bij langdurige klachten kan de spier in de duimmuis in omvang afnemen.