Weer naar huis
Na uw operatie zijn er verschillende regels en adviezen waar u zich aan moet houden om zo goed mogelijk te herstellen. Hieronder vindt u alle informatie voor uw verdere herstel thuis.
Na uw operatie zijn er verschillende regels en adviezen waar u zich aan moet houden om zo goed mogelijk te herstellen. Hieronder vindt u alle informatie voor uw verdere herstel thuis.
Na de operatie is goede zorg essentieel. Stap voor stap werken we toe naar uw ontslag naar huis.
Op de dag van de operatie komt de fysio- of handtherapeut bij u langs om u informatie te geven over de oefeningen die u thuis kunt uitvoeren en over het nabehandelingstraject bij de handtherapeut in uw woonomgeving.
Het gipsverband dat we hebben aangelegd, wordt na ongeveer vijf tot zeven dagen vervangen door een afneembare duimbasisspalk van kunststof gips. Het is belangrijk om uw pols en hand tot de eerste controle goed hoog te houden. Op die manier beperkt u zoveel mogelijk dat er zwelling optreedt. Als u in bed ligt, legt u uw arm hoog op een kussen. Gaat u uit bed, dan draagt u uw arm in een sling (draagband).
De wond aan de duimbasis wordt meestal gehecht met oplosbare hechtingen. Deze hoeven niet verwijderd te worden. Mogelijk heeft u wel zichtbare knoopjes aan weerszijden van de wond. Die knippen we er tijdens de eerste controle op de gipskamer af. Heeft u niet-oplosbare hechtingen, dan verwijderen we ook deze tijdens de eerste controle.
U mag ’s avonds op de dag van de operatie alweer naar huis. De volgende dag krijgt u telefoon van de verpleegkundige van de afdeling. Zij zal vragen hoe het met u gaat en of er nog vragen of problemen zijn. Zij legt uw eventuele vragen bij de behandelend arts neer en belt u terug met een advies.
Tijdens uw opname bekijkt het behandelteam hoe het met u gaat. Om naar huis te mogen moet u aan een aantal criteria voldoen. Als eerste moet de pijn voldoende onder controle zijn. Daarnaast mag de wond niet fors lekken. Het is van belang dat na de operatie (voor ontslag) het plassen weer op gang komt.
Indien u een langere opname heeft, heeft u vaak een ander type operatie gehad en spelen er mogelijk nog andere criteria een rol, zoals bijvoorbeeld;
Na de meeste operaties komt de fysiotherapeut nog een laatste keer bij u langs met advies voor thuis,. Ook zorgt de fystiotherapeut voor een goede overdracht en een verwijzing voor de fysiotherapie thuis.
Voordat u uit de Sint Maartenskliniek vertrekt, heeft u eerst een ontslaggesprek met de verpleegkundige. Daarin kunt u uw vragen stellen over het ontslag en de periode die daar op volgt. Ook kunt aangeven hoe u het verblijf op de verpleegafdeling heeft ervaren. De verpleegkundige legt uit waar u op moet letten als u weer thuis bent en wanneer u contact moet zoeken met de consulente.
Als u op de dag van de operatie naar huis mag krijgen de meeste patiënten een 'pijntray' mee. Hierop vindt u alle pijnmedicatie voor thuis. De verpleegkundige op de afdeling geeft u uitleg hierover tijdens het ontslag gesprek.
Specifieke medicatie die u gebruikt wordt voor thuis voorgeschreven. Deze komt de apotheek voor uw vertrek bij u langs brengen. U krijgt dan uitleg over hoe u de medicijnen moet gebruiken.
Omdat u net bent geopereerd, mag u niet zelf naar huis rijden. Het is daarom verstandig om van tevoren het vervoer te regelen, zodat een familielid, vriend of goede buur u naar huis brengen. U kunt zich ook door een taxi naar huis laten brengen. Vraag bij uw zorgverzekeraar na of zij de taxikosten vergoeden.
In de folder ‘Leefregels na ontslag’ die u heeft meegekregen vanuit de verpleegafdeling, leest u wat u het beste wel en niet kunt doen als u weer thuis bent. Lees deze regels goed door en neem ze in acht.
De orthopedisch consulenten kunt u bellen met vragen over uw behandeling, zowel voor als na een operatie. U kunt dan contact opnemen via ons contactcentrum. Zij brengen u in contact met de orthopedisch consulenten. Bel hiervoor naar (024) 365 96 59 gebruik het algemene contactformulier.
Als u op de locatie in Woerden onder behandeling bent, kunt u rechtstreeks contact opnemen met de consulenten daar via telefoonnummer (024) 365 92 29.
Heeft u een complicatie? Zoals wondlekkage, koorts, forse zwelling of andere problemen met betrekking tot de operatie? Bel dan tijdens kantooruren met ons contactcentrum. Zij brengen u in contact met de orthopedisch consulenten. Bel hiervoor naar (024) 365 96 59.
Als u op de locatie in Woerden onder behandeling bent, kunt u tijdens kantooruren rechtstreeks contact opnemen met de consulenten daar via telefoonnummer (024) 365 92 29.
Heeft u buiten kantooruren hulp nodig rondom uw complicaties? Neem dan contact op met de Acute zorg poli (AZP) in Nijmegen via telefoonnummer (024) 265 93 91.
Als u vragen of klachten heeft met betrekking tot gips, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de gipsverbandmeester op telefoonnummer (024) 365 94 80. Als u op de locatie in Woerden onder behandeling bent, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de gipsverbandmeester aldaar via telefoonnummer (088) 320 46 21 of met de orthopedisch consulente via telefoonnummer (024) 365 92 29.
Om uw herstel na uw ontslag zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen, hebben we enkele leefregels voor u opgesteld.
Na uw operatie kunt u zich enige tijd niet helemaal fit voelen, zeker als u onder narcose bent geweest. U kunt last hebben van spierpijn en/of keelpijn (bij narcose). Een regionale anesthesie (blokverdoving) kan het betreffende lichaamsdeel 24 tot 48 uur na de operatie uitschakelen. Dit betekent dat u dit lichaamsdeel pas weer mag belasten als de verdoving is uitgewerkt en u er weer gevoel in heeft. Leg het verdoofde lichaamsdeel tot dat moment op een zachte ondergrond, ook om drukplekken te voorkomen.
Onze arts heeft u na de operatie uitleg gegeven over de ingreep en over uw mobilisatie daarna. Verder moet u na een algehele narcose voorzichtig zijn met zware maaltijden. Als u rookt, houdt er dan rekening mee dat roken na een narcose vaak klachten van duizeligheid, misselijkheid en braken veroorzaakt.
Na de operatie heeft u gips gekregen. Het is belangrijk om het gips droog te houden. De gipskamer verkoopt hiervoor een speciale hoes voor het douchen. Houd verder uw arm zoveel mogelijk hoog, zeker in de eerste dagen na de operatie. Hiermee voorkomt u dat de hand dik wordt, of de vingers blauw en pijnlijk. Bij jeuk is het zeker niet de bedoeling dat u met een scherp voorwerp (zoals een breinaald) onder het gips gaat. Dit kan uw huid namelijk beschadigen, waardoor infecties kunnen ontstaan.
U krijgt na uw operatie een formulier mee naar huis, waarin verdere leefregels en afspraken staan. Afhankelijk van uw ingreep/behandeling krijgt u leefregels mee over:
Als u tussen de controles door klachten krijgt van het dragen van het gips, dan kunt u contact opnemen met de gipskamer.
Nadat u de afneembare duimbasisspalk heeft gekregen, start u met het oefenen van de hand en pols bij een handtherapeut bij u in de buurt. U krijgt voor uw eigen therapeut een behandelprotocol mee naar huis.
Na de operatie blijft u onder controle staan van de Sint Maartenskliniek.
Na ongeveer vijf tot zeven dagen krijgt u een controleafspraak op de gipskamer. De gipsverbandmeester verwijdert het gipsverband en eventueel de hechtingen. Daarna controleren we de wond en uw pols. Vervolgens legt de gipsverbandmeester de afneembare duimbasisspalk aan. U doet de duimbasisspalk alleen af om te oefenen.
Vier weken na de operatie mag u onder begeleiding van de handtherapeut het dragen van de duimbasisspalk gaan afbouwen.
Ongeveer zes weken na uw operatie komt u voor controle naar de polikliniek. De arts, physician assistant of arts-assistent bespreekt met u het resultaat van de operatie en de verwachtingen over het herstel.
Het herstel van de operatie heeft tijd nodig en kan ongeveer zes tot twaalf maanden duren.