Download dit plan

Behandeling met medicijnen

Vaak is het nodig om reumatoïde artritis (RA) met een combinatie van verschillende (soorten) medicijnen te behandelen. Welk medicijn het beste werkt, kan per persoon verschillend zijn.

Samen bekijken we welke medicatie het beste werkt voor u. De Sint Maartenskliniek streeft naar een dosering die zo laag mogelijk is en toch effectief is. Op deze manier heeft u zo min mogelijk bijwerkingen op de lange termijn. De maatschappelijke kosten voor de behandeling kunnen we daarmee ook beperken.

Na drie tot zes maanden gaan we na of de (combinatie van) medicatie effect heeft. Bij ongeveer 40 tot 50 procent van de patiënten zien we al binnen drie maanden ná de start met het medicijn een grote verbetering. Als het medicijn niet of onvoldoende werkt, dan vervangen we het medicijn, in overleg met u, door een ander medicijn. Als het effect wel goed is, dan proberen we na zes maanden de dosering te verlagen. Door stapsgewijs de dosering te verlagen, krijgt u uiteindelijk de laagste, effectieve dosering. Zo blijkt bij ongeveer 60 procent van de mensen de dosering met gemiddeld de helft verminderd kan worden, terwijl het effect hetzelfde blijft. Als u door de lagere proefdosering meer klachten krijgt, dan verhogen we de dosering uiteraard weer. Als de RA rustig blijft, proberen we na verloop van tijd of u helemaal kunt stoppen met het medicijn. Dit lukt bij 10 tot 50 procent van de mensen. U hoeft dan nog maar een enkele keer per jaar langs te komen voor controle.

Onze behandeling

print

Gebruik van de medicijnen

De werking van een medicijn staat of valt met goed gebruik ervan. Het is daarom belangrijk dat u uw medicijnen goed inneemt, dat wil zeggen: volgens voorschrift. Dat vraagt enige zelfdiscipline. Houdt u zich niet aan het voorschrift, dan komt uw ziekte niet tot rust, en krijgt u eventueel zelfs last van blijvende gewrichtsschade. Heeft u moeite met het doorslikken van uw tabletten? Bespreek dit dan met uw arts. Vaak zijn alternatieve oplossingen mogelijk. Ook voor het bijhouden van uw medicijngebruik door de week heen, bestaan inmiddels handige oplossingen. Zo kunt u bijvoorbeeld een weekdoosje gebruiken, eventueel met ingebouwd wekkertje. Zodat u weet wanneer u welk medicijn moet innemen.

 

Vergoedingen

Uw medisch specialist mag een geregistreerd medicijn voorschrijven. Deze medicijnen worden vrijwel allemaal vergoed door de basisverzekering. Slechts in zeer hoge uitzondering is dit niet zo. De arts zal dit, voordat u start met het medicijn, aan u melden.

print

Bij het gebruik van medicijnen kunt u last krijgen van bijwerkingen. Of en welke bijwerkingen u eventueel krijgt, hangt af van uw situatie en medicijngebruik. Op deze pagina vindt u algemene informatie over bijwerkingen. Specifieke informatie over de werking en bijwerkingen van een bepaald medicijn leest u in de bijbehorende folders en bijsluiters.

Houd daarbij in gedachten dat de meeste mensen van een medicijn geen bijwerkingen krijgen. En dat de meeste bijwerkingen mild zijn en na een aantal weken vaak verdwijnen. Ernstige bijwerkingen komen heel weinig voor, bij minder dan 2 procent van de mensen die medicatie gebruiken. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om infecties zoals een longontsteking.

Wat moet u doen bij een bijwerking?

Heeft u last van ernstige bijwerkingen? Neem dan altijd contact op met de Sint Maartenskliniek. Soms adviseren wij u dan om (tijdelijk) met de medicatie te stoppen. Als u hersteld bent van de bijwerking, kunt u eventueel opnieuw beginnen met hetzelfde medicijn, maar dan in een lagere dosering. U kunt eventueel ook overstappen op een ander medicijn.

Vaak gaan de meeste bijwerkingen op den duur vanzelf over; het lichaam moet immers wennen aan de medicatie. Als u bijwerkingen ervaart die niet in de bijsluiter staan en/of die ernstig van aard zijn, is het altijd verstandig te overleggen met uw behandelaar.

Soms kunnen de bijwerkingen worden verminderd door het aanpassen van de dosis of door combinatie met een ander medicijn, zoals bijvoorbeeld een maagbeschermer. Ook het moment waarop u het medicijn inneemt, heeft soms invloed op de bijwerkingen, zoals tijdens het eten of vlak voor het slapengaan.

Bloedcontrole

Van sommige bijwerkingen heeft u zelf geen last, terwijl ze wel eventueel schadelijk kunnen zijn op langere termijn als ze niet op tijd worden opgemerkt. Het gaat bijvoorbeeld om verhoging van lever- of nierwaarden, of verlaging van de bloedcellen. We controleren daarom regelmatig uw bloed om in een vroeg stadium deze bijwerkingen van de reumamedicijnen te ontdekken. Uw medewerking hebben wij daarbij wel nodig. Het is daarom belangrijk dat u regelmatig uw bloed laat prikken.

print

Een pijnstiller is een medicijn dat de pijn verzacht. De bekendste en meest gebruikte, eenvoudige pijnstiller is paracetamol (ook wel panadol genoemd). Een eenvoudige pijnstiller is voor veel mensen een snel en effectief middel met weinig bijwerkingen.

print

Ontstekingsremmende pijnstillers worden ook wel NSAID's (Non Steroidal Anti Inflammatory Drugs) genoemd. Ze verlichten pijn en hebben ook enig effect op stijfheid, koorts en ontstekingen. Voorbeelden zijn ibuprofen, naproxen, diclofenac, etoricoxib, celocoxib en meloxicam. Deze middelen remmen weliswaar enigszins de ontsteking, maar vaak blijft er ontstekingsactiviteit aanwezig met bijbehorende klachten zoals zwelling, warmte en pijn in de gewrichten. NSAID’s voorkomen bovendien niet eventuele schade aan uw gewrichten. Lees voor meer informatie de folder van ReumaNederland over ontstekingsremmende pijnstillers.

print

Reumaremmers worden ook wel DMARD’s (Disease Modifying Anti Rheumatic Drugs) genoemd: ziekteverbeterende antireumamiddelen. Anders dan bij (ontstekingsremmende) pijnstillers onderdrukken DMARD’s de gewrichtsontstekingen en beïnvloeden ze het verloop van de ziekte. Daardoor kunnen ze schade aan uw gewrichten voorkomen of beperken. Er bestaan diverse soorten reumaremmers die allemaal op een andere manier werken. Voor de conventionele synthetische DMARD’s geldt het volgende:

Hoe eerder u met reumaremmers begint, hoe minder uw gewrichten beschadigd raken door de ontstekingen. Uw reumatoloog zal daarom in een vroeg stadium van de aandoening DMARD’s voorschrijven. Het kan weken of soms zelfs maanden duren voordat u iets merkt van de werking. Om direct de pijn te bestrijden zal uw arts daarom misschien, naast de DMARD, ook een NSAID of corticosteroïd voorschrijven. Uw arts kan u ook een combinatie van reumaremmers geven. Door de ontsteking op verschillende manieren te bestrijden, kunnen de medicijnen effectiever zijn. DMARD’s werken bij ongeveer 70 procent van de patiënten door de ziekteactiviteit tot rust te brengen. Het is afhankelijk van uw diagnose, welke medicatie wij u specifiek voorschrijven.

Klik hieronder op het medicijn waar u meer informatie over wilt lezen. Via de link gaat u naar een medicatiefolder van ReumaNederland.

print

Reumaremmers worden ook wel DMARD’s (Disease Modifying Anti Rheumatic Drugs) genoemd: ziekteverbeterende antireumamiddelen. Anders dan bij (ontstekingsremmende) pijnstillers onderdrukken DMARD’s de gewrichtsontstekingen en beïnvloeden ze het verloop van de ziekte. Daardoor kunnen ze schade aan uw gewrichten voorkomen of beperken. Er bestaan diverse soorten reumaremmers die allemaal op een andere manier werken. Hierbij informatie over de corticosteroïden.

‘Corticosteroïden’ is een verzamelnaam voor alle DMARD’s die qua stof en effect lijken op prednison. Corticosteroïden zijn verwant aan het bijnierschorshormoon cortisol; dit is een hormoon dat de mens zelf aanmaakt.

Corticosteroïden onderdrukken de gewrichtsontstekingen en verbeteren daarmee klachten en het verloop van de ziekte. Voorbeelden van corticosteroïden zijn het reeds genoemde prednison, prednisolon tabletten, methylprednisolon (depomedrol) of kenacort (triamcinolon). Methylprednison wordt bijvoorbeeld toegediend als injectie in de bil en Kenacort als injectie in een gewricht. Corticosteroïden werken erg snel en krachtig; u merkt vaak al na één/enkele dagen effect. Deze medicijnen zijn ook veilig, mits u ze niet te lang of in een hoge dosering gebruikt. Deze medicijnen worden daarom meestal tijdelijk gebruikt ter overbrugging tot een nieuwe reumaremmer begint te werken. Het is afhankelijk van uw diagnose, welk medicijn wij u specifiek voorschrijven.

Klik op het medicijn waar u meer informatie over wilt lezen. Via de link gaat u naar een medicatiefolder van ReumaNederland.

print

Reumaremmers worden ook wel DMARD’s (Disease Modifying Anti Rheumatic Drugs) genoemd: ziekteverbeterende antireumamiddelen. Anders dan bij (ontstekingsremmende) pijnstillers onderdrukken DMARD’s de gewrichtsontstekingen en beïnvloeden ze het verloop van de ziekte. Daardoor kunnen ze schade aan uw gewrichten voorkomen of beperken. Er bestaan diverse soorten reumaremmers die allemaal op een andere manier werken. Hieronder uitleg over de biologische reumaremmers.

Biologische reumaremmers (biologicals, waaronder biosimilars) onderdrukken de gewrichtsontstekingen en beïnvloeden daarmee het verloop van de ziekte. Deze reumaremmers worden ‘biologisch’ genoemd, omdat ze uit stoffen bestaan die lijken op stoffen die van nature in het lichaam voorkomen.

Door de ingewikkelde manier van produceren zijn biologische reumaremmers dure geneesmiddelen, en kunnen ze alleen als injectie onderhuids of als infuus gegeven worden. Voorbeelden zijn etanercept en infliximab. Biologische reumaremmers werken over het algemeen even sterk als conventionele DMARD’s. Omdat ze wat meer kans op infecties geven, niet als pillen gegeven kunnen worden én duurder zijn, worden ze pas gegeven als conventionele DMARD’s zoals methotrexaat niet voldoende werken of bijwerkingen geven.

Er wordt veel onderzoek gedaan naar nieuwe biologische reumaremmers. Soms bestaat de mogelijkheid dat u als patiënt meedoet aan zo’n onderzoek. Heeft u belangstelling hiervoor? Laat het dan uw reumatoloog weten. Dan kan uw behandelaar u op de hoogte houden van de laatste ontwikkelingen. Het is afhankelijk van uw diagnose, welk medicijn wij u specifiek voorschrijven.

Klik hieronder op het medicijn waar u meer informatie over wilt lezen. Via de link gaat u naar een medicatiefolder van ReumaNederland.

print

Reumaremmers worden ook wel DMARD’s (Disease Modifying Anti Rheumatic Drugs) genoemd: ziekteverbeterende antireumamiddelen. Anders dan bij (ontstekingsremmende) pijnstillers onderdrukken DMARD’s de gewrichtsontstekingen en beïnvloeden ze het verloop van de ziekte. Daardoor kunnen ze schade aan uw gewrichten voorkomen of beperken. Er bestaan diverse soorten reumaremmers die allemaal op een andere manier werken. De targetted synthetic DMARD’s is de laatste groep reumaremmers die we onderscheiden.

Targetted synthetic DMARD’s (tsDMARD’s) zijn, net als conventionele DMARD’s, kleine chemische stoffen. De tsDMARD’s zijn specifiek ontwikkeld om een bepaald enzym of bepaalde stof in het reumaproces te remmen (vandaar de term ‘targetted’, wat ‘gericht’ betekent). Zo remmen baricitinib en tofacitinib het JAK-enzym, en remt apremilast het enzym fosfodiësterase. Remming van deze enzymen vermindert de ontsteking en voorkomt schade door de reuma. Deze reumaremmers zijn als pillen beschikbaar. Ze zijn nog vrij nieuw, zodat er nog beperkte, langetermijnervaring is. De tsDMARD’s lijken even effectief als de conventionele variant, met uitzondering van apremilast dat een wat zwakkere reumaremmer lijkt. Het zijn ook veilige middelen.

Het is afhankelijk van uw diagnose, welk medicijn wij u specifiek voorschrijven. Klik hieronder op het medicijn waar u meer informatie over wilt lezen. Via de link gaat u naar een medicatiefolder van ReumaNederland.