Een revalidatiebehandeling vraagt motivatie en inzet. U staat er echter niet alleen voor. Verschillende behandelaars ondersteunen u.
Om een goede afstemming op uw wensen en elkaars behandeling te bereiken, werken de behandelaars onderling nauw met elkaar samen. Afhankelijk van de inhoud van het revalidatieplan, kunnen de volgende behandelaars bij uw behandeling betrokken zijn.
Behandelaars
Een revalidatiearts is uw hoofdbehandelaar en is verantwoordelijk voor uw medische behandeling. De revalidatiearts overlegt met u welke onderzoeken worden gedaan en welke behandelingen door welke behandelaars nodig zijn. Hij stelt in overleg met de verschillende behandelaars het behandelplan op. De revalidatiearts is voorzitter van het behandelteam, coördineert uw behandeling en is eindverantwoordelijk. Regelmatig overlegt de revalidatiearts met de andere behandelaars over de voortgang van uw behandeling. Ook beoordeelt hij of u met medicatie moet starten. Verder is hij degene die u kan informeren over uw aandoening en de vooruitzichten. Bij uw ontslag bespreekt de revalidatiearts de resultaten van de behandeling met u.
De Sint Maartenskliniek is een opleidingsziekenhuis en het kan zijn dat (een deel van) het onderzoek en de behandeling door een revalidatiearts in opleiding wordt uitgevoerd. Dit gebeurt onder begeleiding van de revalidatiearts. De revalidatiearts in opleiding wordt ook wel arts-assistent genoemd. Arts-assistenten zijn afgestudeerd als basisarts en specialiseren zich tot revalidatiearts. Daarnaast werken er in de Sint Maartenskliniek ook huisartsen in opleiding, basisartsen die niet in opleiding zijn en co-assistenten (student geneeskunde die stage loopt in een ziekenhuis). De revalidatiearts is de hoofdbehandelaar en is eindverantwoordelijk voor uw behandeling en alle behandelplannen zullen dan ook met hem/haar worden besproken.
U kunt een verpleegkundig specialist (VS), physician assistant (PA) of physician assistant in opleiding tegenkomen tijdens uw eerste afspraak, een evaluatiegesprek, een controleafspraak of op de afdeling. Physician assistants en verpleegkundig specialisten beschikken over brede medische kennis en vaardigheden en geven zelfstandig geneeskundige zorg in een samenwerkingsverband met een gespecialiseerde arts. Zij hebben daarvoor een uitgebreide en gespecialiseerde opleiding gevolgd en werken onder de verantwoordelijkheid van onze artsen.
De fysiotherapeut voert bij de start van uw revalidatie een lichamelijk onderzoek uit om een beeld te krijgen van uw problemen met bewegen. Met de behandeling willen we die problemen zoveel mogelijk verminderen. Dit gebeurt door onder andere oefentherapie. U traint met de fysiotherapeut allerlei dagelijkse activiteiten waarbij uw hulpvraag en herstelmogelijkheden een belangrijke rol spelen.
U oefent met de fysiotherapeut op de verpleegafdeling, in de oefenzaal, in het zwembad, in de fitnessruimte of in de sporthal. Dat kan individueel of in groepsverband zijn. Daarnaast kan de fysiotherapeut kiezen voor de inzet van speciale oefenmiddelen, zoals looprobotica. Ook zijn er specifieke sportgroepen als boogschieten of rolstoelbasketbal. De fysiotherapeut kan u adviseren over het gebruik van eventuele hulpmiddelen en u leren hiermee om te gaan.
De ergotherapeut bekijkt eerst welke praktische beperkingen u ervaart in het dagelijks leven. Handelingen die u met uw ergotherapeut kunt oefenen zijn bijvoorbeeld wassen, aan- en uitkleden, een maaltijd bereiden, boodschappen doen, huishoudelijk werk of hobby’s uitvoeren. Soms is het nodig om eerst een aantal vaardigheden te trainen. Voorbeelden hiervan zijn: een goede waarneming, inzicht in hoe een handeling verloopt of een goede motoriek. Lukt het aankleden bijvoorbeeld niet zelf, dan zoekt de ergotherapeut naar manieren om dit stap voor stap te leren.
Mocht het nodig zijn dan kan trainen van cognitieve vaardigheden (zoals aandacht en geheugen) bij de ergotherapie ook aan bod komen. Heeft u last van vermoeidheid, dan kan de ergotherapeut u helpen om hiermee om te gaan. Bijvoorbeeld door het maken van een dagindeling en het verdelen van uw energie over de dag. De ergotherapeut kan ook (soms tijdens een huisbezoek) bekijken of u thuis aanpassingen nodig heeft.
De logopedist richt zich op onderzoek, behandeling en begeleiding op het gebied van communicatieve mogelijkheden (spraak, taal, stem, gebaar, lezen, schrijven, begrijpen van taal) en eten en drinken (slikken). Soms stelt de logopedist een communicatieadvies op voor uw partner of familie. De logopedist kan gebruikmaken van ondersteunende communicatiemiddelen.
Door de gevolgen van uw ongeval of ziekte verandert er vaak veel in uw leefsituatie. Dit kan problemen opleveren. U en uw naasten krijgen begeleiding van de maatschappelijk werker bij het verwerken van en omgaan met deze problemen. Daarnaast biedt de maatschappelijk werker ook ondersteuning bij praktische vragen of problemen. Bijvoorbeeld vragen over wonen, werk, dagbesteding en thuiszorg. De maatschappelijk werker kijkt samen met u en uw partner/familie wat nodig is om het leven weer te op te pakken en een nieuw evenwicht te vinden.
Ook op het gebied van werken en opleiding kan er veel veranderen. Mogelijk kunt u uw opleiding of werk niet meer op de oude manier voortzetten. Samen met de maatschappelijk werker kijkt u naar de mogelijkheden op dit gebied. Daarnaast krijgt u informatie over sociale zekerheid, zoals procedures en uitkeringen.
Opname
De verpleging is verantwoordelijk voor de 24-uurs zorg. De zorg die u nodig heeft, is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. De verpleging oefent met u de dagelijkse vaardigheden die voor uw zelfstandigheid van belang zijn, bijvoorbeeld wassen, aan- en uitkleden, toiletgang en eten. Ook helpt de verpleging u bij het oefenen van de vaardigheden die tijdens de therapieën zijn getraind. De verpleegkundige ondersteunt u verder bij het volgen van de dagstructuur en het vinden van de weg naar de therapieën. Bij al deze handelingen zoekt de verpleegkundige (in overleg met de andere teamleden) naar een manier waarop u zoveel mogelijk zelf kunt doen. Dat is een onderdeel van uw revalidatie. Samen met andere behandelaars begeleidt de verpleging u en uw partner/familie bij het verwerken van de handicap en de beperkingen in uw situatie.
Bij de opname maakt u kennis met uw verpleegkundig contactpersoon. Deze persoon is voor u en uw partner en/of familie het eerste aanspreekpunt. Voor vragen over of problemen in het dagelijkse functioneren kunt u bij uw verpleegkundig contactpersoon terecht.
Poliklinische behandeling
Bij een poliklinische behandeling kan de verpleegkundige u helpen als u naar het toilet moet of om de weg naar de therapieën te vinden.
Sport kan voor u een belangrijk revalidatieonderdeel zijn. Bewegen is belangrijk voor uw lichaam, maar ook voor uw hersenen. De bewegingsagoog kijkt samen met u naar de mogelijkheden die er voor u zijn voor sport en bewegen. Daarnaast kunt u kennismaken met bepaalde sporten die wellicht na uw ontslag een plezierige en zinvolle tijdbesteding kunnen vormen. Wij bieden u verschillende vormen van sport en spel aan, zowel individueel als in een groep. Doelen van deze therapie zijn ondermeer:
- Conditieverbetering
- Het plezier in bewegen hervinden
- Het (her)ontdekken van bewegingsvaardigheden
- Het verkennen van uw grenzen in het bewegen
- Het ontwikkelen van een actieve leefstijl
Het ziekenhuis is nauw betrokken bij het landelijke project Revalidatie & Sport van Gehandicaptensport Nederland.
Activiteitentherapeuten bieden u ontspanning en afleiding, die gericht is op (re)activering en het aanleren van een zinvolle tijdbesteding. Activiteitentherapie bestaat uit het doelgericht oefenen van motorische-, cognitieve- en psychosociale vaardigheden door inzet van verschillende activiteiten.
Er is een uitgebreid aanbod aan creatieve activiteiten, waar de activiteitentherapeut u bij helpt.
De therapeut bespreekt samen met u uw specifieke hulpvragen en doelstellingen. Vervolgens kiest u samen een activiteit die aansluit bij het opgestelde revalidatieplan.
Het uitvoeren van een activiteit vergroot de zelfredzaamheid en zelfstandigheid en versterkt uw gevoel van eigenwaarde.
De spraak- en taalpatholoog voert taalonderzoek uit als u bijvoorbeeld na een beroerte zeer complexe communicatieklachten heeft. Deze behandelaar adviseert u, uw partner en/of familie over de vorm en inhoud van de logopedische begeleiding. De patholoog kan bij (een deel van) de logopedische behandeling betrokken zijn en houdt zich daarnaast bezig met de ontwikkeling van beleid en toegepast wetenschappelijk onderzoek.
Als u door uw aandoening veranderingen ervaart op emotioneel gebied of in uw denken en handelen, kunt u voor onderzoek, behandeling of begeleiding terecht bij de psycholoog. Deze kan u ondersteuning bieden als problemen heeft met uw geheugen, concentratie, planning en/of communicatie. Door de gevolgen van uw aandoening kunnen aanpassingsproblemen ontstaan. De psycholoog kan u en/of uw familie helpen bij het omgaan met deze problemen. Het onderzoek en de behandeling kunnen gedeeltelijk worden uitgevoerd door een psychologisch medewerker.
Bij de psychomotore therapeut leert u omgaan met psychische/psychosociale problemen die u heeft na een beroerte of andere aandoening. Dit gebeurt door lichamelijke activiteiten, oefeningen en opdrachten uit te voeren. Door te bewegen en uw lichaam te ervaren, onderzoekt u uw gedrag en doet u nieuwe ervaringen op door te experimenteren met ander gedrag. U leert uw eigen grenzen te stellen, te vertrouwen op uw lichaam en het bewegen of te bewegen met meer ontspanning. Psychomotorische therapie vindt vooral plaats in onze sporthal. We maken daarbij gebruik van verschillende sportmaterialen.
Na een beroerte of een andere hersenaandoening kunt u problemen krijgen met het denken, uw geheugen of uw planning. Dit noemen we het cognitief functioneren. Door u te testen en door gesprekken met u en uw mantelzorger, kan de neuropsycholoog vaststellen of u cognitieve problemen heeft.
De cognitief trainer helpt u en uw mantelzorger om zicht te krijgen op uw situatie: waar komt u de cognitieve problemen tegen en welke oplossingen zijn er voor u? Bij die oplossingen gaat het vooral om het leren omgaan met de problemen in uw dagelijks functioneren.
U leert hulpmiddelen of technieken te gebruiken om minder last te hebben van het cognitieve probleem. We noemen dat compensatiestrategieën. Zo gebruikt u een agenda bij het leren compenseren voor uw geheugenproblemen. Bij het aanleren van die strategieën is veel herhaling noodzakelijk en is het dus ook belangrijk dat u thuis oefent.
De cognitief trainer kan u ook helpen bij het leren toepassen van ontspanningsoefeningen.
Een consult bij de psychiater kan wenselijk zijn als u vragen op het gebied van stemming of gedrag heeft. Dat gebeurt alleen op indicatie. De psychiater kan bepaalde medicatie voorschrijven, benaderingsadviezen geven en ook verwijzen naar andere instanties.
Een diëtist kan u helpen bij vragen die u heeft rondom voeding. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van ondergewicht, slechte eetlust, slikproblemen of overgewicht. U komt in contact met een diëtist via uw behandelend arts.
Een ziekte of handicap heeft invloed op en vraagt een herwaardering van de seksualiteit. Hoe het altijd is gegaan en geweest is, is veranderd. Dit vraagt aanpassing, zowel psychisch als lichamelijk. Bij de sekscounseling kunt u vragen rondom seksualiteit bespreken. Dit gebeurt met respect voor uw individuele behoeftes en wensen binnen de intimiteit. De sekscounselor onderzoekt of het functieverlies bij u kan worden hersteld. Wanneer dit niet of slechts gedeeltelijk mogelijk is, helpt de sekscounselor u hiermee om te gaan en reikt u mogelijke oplossingen aan, bijvoorbeeld medicijnen of hulpmiddelen.