Bij een dwarslaesie kan decubitus minder of geen pijn veroorzaken in de aangedane delen van het lichaam. Dit komt doordat de zenuwbanen die pijnsignalen naar de hersenen sturen, zijn beschadigd of onderbroken. Hierdoor voelt iemand met een dwarslaesie vaak minder pijn of helemaal geen pijn in het gebied onder de laesie.
Wat gebeurt er bij een dwarslaesie en decubitus?
- Geen pijnsignalen: Doordat pijnprikkels niet worden doorgestuurd, merkt iemand met een dwarslaesie vaak niet dat er een doorligplek ontstaat. Dit vergroot het risico dat decubitus pas laat wordt opgemerkt.
- Gevoeligheid boven de laesie: Boven de plek van de dwarslaesie kunnen pijn en ongemak nog steeds aanwezig zijn.
- Indirecte gevolgen: Zelfs zonder pijn kan decubitus leiden tot andere klachten, zoals infecties, zwelling, koorts of een algeheel gevoel van malaise.
Waarom is dit een risico?
Omdat er vaak geen pijnprikkels worden ervaren, kan decubitus onopgemerkt blijven en verergeren. Dit maakt het extra belangrijk om regelmatig de huid te controleren en preventieve maatregelen te nemen, zoals drukverlichting en goede hygiëne.
Wat kunt u doen?
- Dagelijkse huidcontrole: Laat uw huid controleren op roodheid, zwelling of wonden.
- Druk vermijden: Gebruik speciale zitkussens, matrassen of hulpmiddelen om de druk op risicoplekken te verminderen.
- Overleg met zorgverleners: Laat u begeleiden door een verpleegkundige, fysiotherapeut of wondverpleegkundige om decubitus te voorkomen of in een vroeg stadium te behandelen.
Hoewel pijn bij decubitus bij een dwarslaesie meestal niet voelbaar is, kan het probleem wel ernstig zijn. Regelmatige controle en preventieve maatregelen zijn daarom heel belangrijk.
< Terug