Door in de ballon te knijpen of er op te drukken blaast u via de ballon lucht in uw longen.
- U zet de neusklem op de neus.
- U blaast goed uit en neemt het mondstuk in de mond. Sluit de lippen goed om het mondstuk.
- Tijdens het inademen drukt u tegelijkertijd op de ballon. U ademt in fases in, waarbij u telkens de lucht vasthoudt en bij het verder inademen de ballon opnieuw indrukt. Hierdoor blaast u meer lucht in uw longen dan wat u met maximaal inademen zelf zou kunnen.
- U houdt deze lucht even vast in uw longen en ademt vervolgens uit. Dit herhaalt u in 3 fases waarbij u de neusklem laat zitten en het mondstuk in uw mond houdt. U merkt dat het maximum is bereikt door het bollen van uw wangen of het ontsnappen van lucht via uw mond.
- Na deze 3 keer ademt u goed uit en/of hoest u.
- Adem even gewoon door, zonder gebruik van de ballon. Let hierbij vooral op dat u goed uitademt.
- Herhaal 5 keer stap 3 t/m 6.
Aandachtspunten
- Knijp of druk stevig maar niet te hard in de ballon.
- Doe het rustig en met voldoende rustpauzes.
- Pas het airstacken toe voor de maaltijd.
- Voor het meest optimale resultaat voert u het airstacken zoals hierboven beschreven (stap 1 t/m 7) 3 maal per dag uit. Het kan zijn dat u in eerste instantie meer slijmvorming krijgt na het airstacken. Dit is een normaal verschijnsel en verdwijnt na ongeveer 1 week.