Brandende pijn
De volgende dag wordt Peter geopereerd en krijgt hij een kunstheup. Toch beginnen de eerste problemen al snel en tijdens een controle blijkt er een scheurtje in het cement om zijn prothese te zitten. “De dokter zei dat je in je leven maar één prothese krijgt, waar je maximaal vijfentwintig jaar mee doet. Met andere woorden: hij kon niks betekenen.” Vervelend, maar Peter laat het zijn leven niet beïnvloeden. “Al voelde ik constant een soort brandende pijn in mijn dijbeen en ging ik steeds schever lopen. Iets simpels als opstaan duurde een kwartier: ik strompelde naar de badkamer, via alle deurposten. Gek genoeg wen je aan die pijn, maar leuk was anders.”
Sint Maartenskliniek
Tot het echt niet meer gaat en hij jaren (!) later opnieuw aanklopt in het ziekenhuis, bij een andere arts. “Die zag dat de pen van mijn prothese verzakt was en tegen de binnenkant van mijn dijbeen drukte, met het risico dat ik hem kon breken. Hij kwam meteen met de Sint Maartenskliniek op de proppen – gespecialiseerde artsen konden me daar verder helpen. Ik reageerde verbaasd: er waren dus wél mogelijkheden? Maar ik was vooral blij!”
Professioneel
In het najaar van 2023 ontmoet Peter orthopeed Marc Nijhof. “Hij zei meteen dat de klachten mogelijk zouden kunnen verminderen door de pen en het ‘cement’ om mijn prothese te verwijderen en te vervangen. Een man van weinig woorden, maar hartstikke duidelijk – dat vond ik heel prettig. Ook de verdere begeleiding was zó professioneel. En dan die operatiekamer zelf, met enorme televisieschermen, röntgenfoto’s, borden met wiskundige berekeningen…” Lachend: “Alsof ik in het kantoor van NASA terecht was gekomen!”
Wonderbaarlijk herstel
De operatie zelf verloopt soepel en na afloop merkt Peter het meteen. “Natuurlijk voelde het beurs, al mijn pezen en spieren waren immers doorgesneden. Maar de heuppijn was overduidelijk weg. Het herstel daarna ging ook wonderbaarlijk snel, met dank aan fysiotherapie en een hometrainer die ik aanschafte.”
Al gaat het nog even mis als Peter een verkeerde beweging maakt en valt, twee maanden na de operatie. “Mijn kunstheup bleek uit de kom en ik was bang dat het opnieuw helemaal mis was, maar ik kon ’m gewoon weer gebruiken nadat hij in het ziekenhuis werd teruggezet. Ik was opgelucht, maar realiseerde me ook hoe kwetsbaar alles nog is.”
Niets dan lof
Peter heeft niets dan lof over de Sint Maartenskliniek. “Ik heb nog nooit een volwassen man een kus gegeven, maar kon dokter Nijhof wel zoenen! Dat zei ik hem ook – ha, toen dook hij gauw achter zijn scherm.” Waar hij ook is; als mensen hem vragen naar zijn heupprothese, schreeuwt hij van de daken dat ze naar de Sint Maartenskliniek moeten. “Ik ben ze daar zó dankbaar. Pas nu ik die prothese heb, realiseer ik me hoeveel pijn ik leed – en dan ben ik echt niet kleinzerig. De Sint Maartenskliniek heeft mijn leven dus echt verrijkt.”