Tijdens de operatie wordt er goed gelet op de beenlengte, maar het komt regelmatig voor dat er een klein verschil ontstaat. Meestal wordt het been iets langer bij het plaatsen van een heupprothese. Soms wordt dit bewust gedaan om te voorkomen dat de heup uit de kom schiet.
Als het been korter wordt na de operatie, kan dat komen doordat de steel in het bovenbeen wat dieper is gezakt. Dit kan gemeten worden met röntgenfoto’s. Of het beenlengteverschil invloed heeft op staan en lopen, hangt af van hoe groot het verschil is en verschilt per persoon. Als het verschil na een jaar nog steeds aanwezig is, blijft dit meestal zo. Bij aanhoudende klachten is het verstandig om dit te laten controleren. Lees hier meer over een heuprevisie.