Er zijn twee soorten prothese-infecties: vroege en late infecties. Vroege infecties komen het meest voor en zijn het makkelijkst te herkennen. Bij een vroege infectie blijft de wond lekken, is deze vaak erg rood en kan er sprake zijn van koorts. Deze infectie behandelen we meestal door de wond goed schoon te maken. Het gewricht en de prothese worden grondig gereinigd en nagespoeld. Daarna krijgt u een gerichte antibioticakuur. Hiermee kunnen we vaak voorkomen dat de prothese opnieuw vervangen moet worden. Het is belangrijk om deze klachten direct te melden en niet te wachten.
Een infectie die drie maanden of later na de operatie ontstaat, noemen we een late infectie. Als uw knie erg pijnlijk blijft, kan een late infectie de oorzaak zijn. Dit komt bijna altijd door een vroege infectie die niet goed behandeld is. Om een late infectie te behandelen, moet de prothese soms worden verwijderd. Na een gerichte antibioticakuur kan pas een nieuwe prothese worden geplaatst. Dit is een zware ingreep, die we zo veel mogelijk proberen te voorkomen. Lees hier meer over een knierevisie.