Het meten van lopen bij mensen met artrose van de knie of de heup

Gepubliceerd op: 29-05-2024

De Sint Maartenskliniek doet continu onderzoek naar nieuwe en bestaande behandelingen. Alleen op deze manier kunnen we patiënten onze unieke, gespecialiseerde en effectieve zorg bieden. Een mooi voorbeeld van onze onderzoekstraditie is het promotieonderzoek van collega Ramon Boekesteijn. Hij deed onderzoek naar het meten van lopen bij mensen met artrose van de knie of de heup. Deze metingen geven waardevolle informatie over het functioneren van patiënten vóór en ná een knie- of heupprothese. We zien bij de Sint Maartenskliniek veel patiënten met knie- of heupartrose. Door de artrose hebben zij veel pijn, en ervaren ze veel moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten, waaronder lopen. Op dit moment geven patiënten vooral zelf aan hoe veel moeite ze hebben met bewegen. Een objectieve meting gebruiken we hier nog niet voor. Ramon heeft in zijn promotieonderzoek gekeken of het meten van lopen belangrijke informatie oplevert over hoe mensen met artrose functioneren.

Sensoren leveren belangrijke nieuwe informatie op

In een looplaboratorium kunnen we met behulp van een loopanalyse het lopen heel precies meten. Reageren mensen met knieartrose bijvoorbeeld anders op balansverstoringen dan gezonde deelnemers? Deze metingen kosten veel tijd en beperken zich tot het lab, waardoor dit moeilijker op grote schaal uit te voeren is. Met sensoren zouden we het lopen sneller, en ook buiten het lab kunnen meten. Daarom hebben we gekeken of deze metingen met sensoren waardevolle informatie opleveren.

Dit begon met een korte oefening bij de poli waarbij we mensen met knie- of heupartrose vroegen heen en weer te lopen gedurende 2 minuten. Deze metingen herhaalden we nadat deze mensen een nieuwe knie/heup hadden kregen, om ook het herstel na een operatie te beoordelen.

Daarna ging Ramon het lopen bij mensen thuis meten.

Methode van onderzoek binnen en buiten de kliniek

Op de GRAIL in de Sint Maartenskliniek werd de balans van mensen met knieartrose beoordeeld met een loopanalyse. De balans werd verstoord door de loopband te versnellen of te vertragen. Of door de loopband een andere kant op te verplaatsen.

De metingen buiten het lab deden we met draagbare sensoren. Deze sensoren werden geplaatst op de voeten, lage rug en romp.

In het dagelijks leven gebruikten we sensoren die verwerkt zaten in een soort van sok, zodat deze gemakkelijk te dragen waren voor de meetperiode van 5-7 dagen.

Beter beeld dankzij metingen over slagen van de operatie

Met sensoren kunnen we de loopproblemen van mensen met knie- of heupartrose goed meten. Mensen met knie- en heupartrose lopen langzamer, draaien langzamer en laten grotere rompbewegingen zien dan gezonde deelnemers.

Vijftien maanden na de plaatsing van een nieuwe knie of heup liepen mensen goed, zelfs op het niveau van de gezonde deelnemers.

In het dagelijks leven waren mensen met knieartrose minder actief, liepen ze minder ver, en liepen ze ook langzamer.

Ook de metingen lieten een positief beeld zien! Zo gaven ze een ander beeld dan de ingevulde vragenlijsten over de hoeveelheid moeite die patiënten ervaren tijdens dagelijkse activiteiten.

In toekomstig onderzoek zouden we kunnen kijken of we met deze sensoren ook slecht herstel na een nieuwe knie of heup kunnen herkennen. We weten namelijk dat ongeveer 1 op de 5 patiënten ontevreden is na een nieuwe knie. Hopelijk kunnen we dan in de toekomst de orthopeed helpen te beoordelen welke mensen gebaat zijn bij een nieuwe knie of heup. En om het herstel na een nieuwe knie of heup beter in kaart te brengen.

Ramon Boekesteijn promoveert vandaag. Wij feliciteren hem van harte met deze waardevolle onderzoeksresultaten! Bekijk de resultaten van het promotieonderzoek in de video.

Datum: 29 mei 2024, 10.30 uur

Locatie: Aula Radboud Universiteit

Promovendus: Ramon Boekesteijn

Proefschrift: Evaluating walking in lower-extremity osteoarthritis: beyond the lab, towards the real-world

Promotors: Prof. dr. Sander Geurts, Prof. dr. Noël Keijsers

Co-promoter(s): Dr. Katrijn Smulders