print
Drukverband
Direct na de operatie leggen wij op de operatieafdeling een drukverband aan, omdat de voet na de operatie nog zal zwellen. Het drukverband moet minimaal 2 dagen, maar bij voorkeur 2 weken blijven zitten. Als thuis het verband niet goed meer zit, dan kunt u hiervoor naar uw huisarts gaan. Hij zal het opnieuw aanleggen op de juiste manier.
Onderschoen
Op de verpleegafdeling krijgt u van de verpleegkundige een onderschoen. Dit is een loopschoen met een kunststof zool die zodanig gemaakt is, dat de voorvoet niet belast wordt. De verpleegkundige zal u instructies geven over het dragen van deze schoen. In principe mag u met deze schoen lopen en staan. U gaat ook naar huis met deze onderschoen. U mag de schoen pas na 48 uur gaan gebruiken.
Loopschoen
Wondgenezing
Om de wond zo goed mogelijk te laten genezen, moet u het de eerste twee weken na de operatie rustig aan doen. Na de operatie zullen de geopereerde voet en eventueel uw tenen zwellen. Dit is een normale reactie op de operatie. Ook is het mogelijk dat de wond op de eerste dag na de operatie nog wat nabloedt. Vaak ontstaat een blauwe plek.
Zwelling van de voet
Na de operatie zullen de geopereerde voet en mogelijk ook de tenen zwellen. Dit is een normale reactie op de operatie. Ook kan het zijn dat de wond op de eerste dag na de operatie nog wat nabloedt. Vaak ontstaat ook een blauwe plek. Het is belangrijk om de voet zoveel mogelijk hoog te leggen ter vermindering van de zwelling. Vooral in de eerste week na de operatie is de voet gezwollen en zal de voet pijnlijk worden en gaan kloppen als u deze naar beneden houdt. U zult merken dat u de voet na de eerste week steeds langer naar beneden kunt houden zonder dat uw voet pijn doet.
De zwelling kan lang aanhouden. Hierbij is 3 tot 6 maanden een gemiddelde periode. Het regelmatig aanspannen van de kuitspieren helpt om de voet niet te veel te laten zwellen en de kans op trombose (een stolsel in de bloedbaan) te verminderen. Dit doet u door de voet naar u toe te bewegen (waarbij u de kuitspieren op lengte brengt) en van u af te bewegen (waarbij u de kuitspieren aanspant). U gebruikt hierbij dus uw enkelgewricht. Herhaal deze oefening steeds enige malen. Als de voet veel dikker wordt na lopen of staan, betekent dit dat u teveel heeft gedaan. Dit is een teken dat u rustiger aan moet doen en de voet hoog moet leggen ter vermindering van de zwelling.
Doorbloeding van de voet
Een goede doorbloeding van de voet is belangrijk. Wij beoordelen de doorbloeding voorafgaand aan de operatie. Toch kan het voorkomen dat door de extreme verandering van de situatie voor en na de operatie, de doorbloeding teveel wordt belemmerd. Als u in de teen knijpt, moet de witte huid die daarna ontstaat binnen 2 tot 3 seconden weer roze worden. Als dit is vertraagd, neemt u contact op met de Sint Maartenskliniek.
Pijnstilling
Het is belangrijk dat u zo min mogelijk pijn heeft na de operatie en gedurende het herstel. In de meeste gevallen kiest de chirurg voor een verdoving van het gehele onderbeen. Dit kunnen wij eventueel combineren met een slaapmiddel, zodat u tijdens de operatie in slaap valt. Deze methode geeft een goede pijnstilling na de operatie. Daarnaast heeft u minder last van bijwerkingen, zoals misselijkheid en braken. De kans op deze bijwerkingen is bij een narcose groter. Ook na de operatie zorgen wij voor een goede pijnstilling.
Is de pijn ondanks de medicatie ondraaglijk, waarschuw dan een verpleegkundige. Na de operatie krijgt u een ‘pijntray’ om de pijn die tijdens de operatie ontstaat te bestrijden. Hierin zitten pijnstillers voor de dag van de operatie en de dagen daarna. Uw aangedane been kan nog tot 72 uur na de operatie (gedeeltelijk) verdoofd aanvoelen. U mag pas schoeisel dragen of lopen wanneer het gevoel weer volledig terug is.
Schroeven
Inwendig geplaatste schroeven kunnen blijven zitten, deze hoeven niet verwijderd te worden.
IJzeren pinnetjes
Als uw kleine tenen ook zijn gecorrigeerd tijdens de operatie, zitten er meestal uitstekende, ijzeren pinnetjes in de tenen, met een bolletje erop. Deze verwijderen wij vier tot zes weken na de operatie.
Revalidatie
Na genezing van de wond en eventueel het bot en de spieren, begint het echte revalidatieproces. U mag de voet in toenemende mate belasten en de voet in uw eigen tempo steeds sterker maken. Alleen bij uitzondering heeft u daarbij hulp van een fysiotherapeut nodig. Het is normaal dat u na de operatie nog enkele maanden hinder van de voet heeft. Hoe lang en in welke mate hangt af van hoe uitgebreid de operatie was. Ook zult u regelmatig kortdurende steekjes en pijntjes voelen. Soms is er enige tijd sprake van een lichte verkleuring van de huid, overmatig transpireren en het anders aanvoelen van de voet. Deze klachten verdwijnen meestal geleidelijk. Over het algemeen geldt dat het een jaar duurt voordat het uiteindelijke resultaat behaald is.