De behandeling die je krijgt hangt af van jouw situatie en wat je wil bereiken. Samen met uw revalidatiearts worden doelen opgesteld. Zo kan het zijn dat je een hulpmiddel of aanpassing nodig hebt, zoals een prothese. Wij maken een verschil tussen een behandeling vlak na een beenamputatie en een behandeling als u langer een prothese heeft.
Behandeling vlak na een beenamputatie
Voordat je gaat revalideren, heeft u een operatie gehad waarbij (een deel van) uw been is geamputeerd. Als dit net is gebeurt zijn de dit de eerste doelen van de revalidatiebehandeling:
- U functioneert zo veilig en zo zelfstandig mogelijk vanuit een rolstoel
- U heeft minder last van fantoompijn en eventuele pijnklachten in uw amputatiestomp
- U leert omgaan met acceptatie- en verwerkingsproblemen rondom uw amputatie
- Als u thuis nog niet veilig kunt functioneren (al dan niet samen met familie of mantelzorg), zal een deel van de revalidatie klinisch plaatsvinden.
Beenprothese
Blijkt dat u een prothese nodig hebt of wenselijk is? Dan start een prothesetraject. Uw revalidatiebehandeling richt zich op het optimaal gebruiken van deze prothese in uw dagelijks leven. Meestal is dit een poliklinisch traject. Dit wil zeggen dat je niet op locatie verblijft.
Onderbeenamputatie
De poliklinische behandeling bij een onderbeenamputatie duurt gemiddeld 20 weken.
Bovenbeenamputatie
Bij een bovenbeenamputatie duurt de poliklinische behandeling gemiddeld 28 weken.
U komt dan iedere week 2-3 dagdelen of dagen voor revalidatie naar de Sint Maartenskliniek. Hoe vaak u precies komt, hangt af van uw behandelplan. Bij de start van uw behandeling krijgt handige informatie op papier en een toelichting op wat de verschillende behandelaars doen.
Behandeling als u al langer een beenprothese heeft
Uw looppatroon kan in de loop van de tijd veranderen, ook als u al langer op een prothese loopt. Daarnaast kunnen (nieuwe) gezondheidsklachten ontstaan. Door dit veranderde looppatroon ontstaat misschien pijn, of u kunt minder ver lopen. Het kan zijn dat de prothese moet worden aangepast of is een aantal trainingen nodig om uw looppatroon te verbeteren.
Verder kunt u bij ons terecht voor al uw vragen over uw prothese. Functioneert u al langer met een bepaalde protheseknie, maar bent u niet helemaal tevreden? Wilt u beter op hellingen, trappen of oneffen terrein kunnen lopen? Dan kan het zinvol zijn naar een andere prothese te kijken.
Ook kunt u door intensief gebruik van uw prothese pijn krijgen in uw rug of uw niet-geamputeerde been. We bekijken samen met u wat mogelijk is.
Fantoompijn
Nadat een been of arm is geamputeerd kan direct of na langere tijd fantoompijn ontstaan. Bij fantoompijn heeft u een pijngevoel vanuit uw geamputeerde been of arm.
Bij behandeling van fantoompijn gaan een psycholoog, fysiotherapeut en ergotherapeut met u in gesprek. Afhankelijk van de uitkomsten van dit gesprek stelt het behandelteam een behandelplan voor u op met één of meerdere disciplines. Dit traject vindt poliklinisch plaats. Dit betekent dat je dus niet op locatie verblijft.